De Nederlandse economie floreert. Met groeicijfers van 3,3% (dit jaar) en 2,5% (2018) behoort Nederland tot de Europese koplopers. De overheidsfinanciën zijn bovendien gezond. Voor beide jaren kent de begroting een overschot en de overheidsschuld ligt onder het Brusselse plafond. Tegelijkertijd trekt de arbeidsmarkt snel aan, wat zich uit in tekenen van krapte. Bedrijven hebben bijvoorbeeld meer moeite om geschikt personeel te vinden. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in de Macro Economische Verkenning (MEV). De nieuwste economische vooruitzichten wijken nauwelijks af van de in augustus gepubliceerde voorlopige raming (cMEV).
De groei van de Nederlandse economie kent een brede basis. De goedererenuitvoer presteert bovengemiddeld, de consumptie profiteert van de aantrekkende werkgelegenheid en om aan de hoge vraag te kunnen voldoen gaan bedrijven meer investeren. Door de zeer levendige huizenmarkt liggen de woninginvesteringen op een hoog niveau, al gaat dat de komende jaren – als gevolg van de vergevorderde inhaalslag op de huizenmarkt en de tekorten aan arbeidskrachten in delen van de bouw – wel afzwakken.
Op de arbeidsmarkt zijn de ontwikkelingen ronduit positief. De werkgelegenheid stijgt, net als het aantal gewerkte uren per werkzame persoon. Ook zijn er meer openstaande vacatures. Deze gunstige situatie houdt voorlopig aan, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt. Dit versterkt de positie van werkenden ten opzichte van werkgevers. Verbetering van arbeidsvoorwaarden in de vorm van hogere lonen, meer vaste naast flexibele contracten en hogere tarieven voor zzp’ers komt dan in zicht.
Als gevolg van de aanhoudende economische groei en de daarmee samenhangende stijging van belastinginkomsten en daling van werkloosheiduitkeringen loopt het begrotingsoverschot in 2017 en 2018 op. De geraamde overschotten zijn ruimer dan in de periode 2006-2008 en ook groter dan elders in het eurogebied. Qua koopkracht gaan alle groepen die het CPB onderscheidt er komend jaar in doorsnee op vooruit. Voor werkenden neemt de mediane koopkracht in 2018 het sterkst toe (+0,8%). Gepensioneerden zien hun inkomen met 0,6% stijgen en uitkeringsgerechtigden hebben volgend jaar 0,3% meer te besteden.
Mondiaal groeit de economie in 2017 met 3,4% en met 3,6% in 2018. Voor de eurozone wordt een groei geraamd van 2,0% in 2017 en 1,8% in 2018. De aantrekkende economische groei gaat gepaard met een toenemende wereldhandel. Deze gunstige vooruitzichten zijn zowel mondiaal als binnen Europa omgeven met risico’s en onzekerheden. Het gaat dan onder andere om het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank, noodlijdende Italiaanse banken, de brexit, het financiële beleid van de Verenigde Staten en de geopolitieke spanningen rond Noord-Korea. Naast deze neerwaartse risico’s kan het echter ook zo zijn dat de conjuncturele opleving in Europa en de Verenigde Staten momenteel wordt onderschat.
In de MEV concludeert het CPB ook dat een revisie nodig is van het beeld dat het Nederlandse onderwijs vooral goed is in het bedienen van leerlingen die minder goed meekomen. Nederland blijkt een Europese middenmoter wat betreft scholieren die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Dit pleit voor aanvullend beleid gericht op het aanboren van onbenut potentieel onder mensen met minder talent.
Bron: CPB