Drie kwart van de ondernemers (ruim 75 procent) ervaart een tekort aan arbeidskrachten aan het begin van het derde kwartaal. Dat is iets minder dan een jaar eerder toen ruim 84 procent hiermee te maken had. Ruim 40 procent ervaart het tekort ook als voornaamste belemmering in de bedrijfsvoering. Ruim een derde (36 procent) van de ondernemers geeft aan dat de werkdruk onder het personeel is toegenomen door het personeelstekort. Dit melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).

De gegevens voor dit onderzoek zijn in juli verzameld.

Ondernemers geven in de Conjunctuurenquête Nederland ook aan wat de belangrijkste belemmering is in de bedrijfsvoering. Halverwege 2021, toen de meeste coronabeperkingen afliepen, steeg het percentage ondernemers dat het tekort aan arbeidskrachten als belangrijkste belemmering ervaart snel. Aan het begin van het derde kwartaal van 2022 was dit het hoogst met bijna 48 procent. Vervolgens nam het geleidelijk af tot ruim 40 procent aan het begin van het derde kwartaal van 2023. Ondernemers in de horeca, de zakelijke dienstverlening en de vervoer en opslag ervaren een tekort aan personeel het vaakst als belangrijkste belemmering.

Verschillende belemmeringen bij het vinden van personeel

Bij het vinden van personeel ervaren bedrijven verschillende belemmeringen. Naast dat ruim een kwart van de bedrijven aangeeft dat het aantal werkzoekenden beperkt is, geeft ruim 16 procent aan dat er een gebrek aan gekwalificeerde mensen is. Bedrijven in de autohandel en –reparatie en de industrie ervaren dit relatief vaak als belangrijkste belemmering. Daarnaast geeft ruim 14 procent van de bedrijven aan dat mogelijke arbeidskrachten meer voor werk buiten hun sector kiezen. Binnen de horeca en detailhandel geven ondernemers dit relatief vaak aan. Daarnaast geeft bijna 11 procent van de bedrijven aan dat potentiële arbeidskrachten hogere eisen stellen dan ze kunnen of willen bieden. Dit speelt relatief vaak binnen de informatie en communicatie en de cultuur, sport en recreatie.

Bron: CBS