Tegen de achtergrond van de huidige economische crisis dienen banken tijdig betalingsproblemen te erkennen en hun voorzieningenbeleid hierop aan te passen. Dat zegt DNB op basis van een verkenning ter gelegenheid van een reguliere persbijeenkomst over het toezicht van DNB.
De huidige economische crisis wordt niet veroorzaakt door onevenwichtigheden in de financiële sector. Dit maakt deze crisis anders dan de financiële crisis van ruim 10 jaar geleden. Overheden hebben een hoop verlichtende maatregelen genomen die de initiële schok helpen op te vangen. De maatregelen zorgen er echter ook voor dat de volle impact van de economische crisis voor banken vertraagd naar voren komt. Zo hebben banken voor een deel van hun leningenboek geaccepteerd dat betalingen tijdelijk werden opgeschort. Een groot deel van de klanten is in staat hun lening alsnog terug te betalen. Dat legt bij banken de nadruk op het tijdig erkennen van betalingsproblemen, en mogelijk ook op aanpassingen in hun voorzieningenbeleid.
Banken gaan crisis in met meer kapitaal
Banken zijn de coronacrisis ingegaan met meer kapitaal dan voor de financiële crisis in 2008/09. Dit is het resultaat van hogere kapitaaleisen die in de afgelopen jaren zijn opgelegd. Hierdoor zijn banken ditmaal beter in staat geweest om de economie te blijven ondersteunen. In aanvulling hebben beleidsmakers, waaronder DNB, in reactie op de corona-uitbraak maatregelen genomen waardoor banken meer ruimte kregen om de kredietverlening aan bedrijven en huishoudens op peil te houden. Daarnaast hebben banken gehoor gegeven aan de dringende oproep van de ECB en DNB om in 2020 geen dividend uit te keren en geen eigen aandelen in te kopen. Voor alle banken onder ECB toezicht, waaronder de Nederlandse grootbanken, is hierdoor zo’n EUR 27,5 mrd aan kapitaal in de sector gebleven.
Veel maatregelen om gevolgen Corona te beperken
Verder zijn ook maatregelen genomen die impact hebben op de leningen op bankbalansen. Zo heeft de overheid garantieregelingen ingericht waardoor banken minder kredietrisico lopen op nieuwe leningen die zij verstrekken (zie ook figuur 1a) en hebben klanten van banken direct financiële steun van de overheid ontvangen. Daarnaast hebben banken betalingsuitstel (ook wel ‘moratoria’ genoemd) afgegeven waardoor het klanten tijdelijk werd toegestaan om geen rente en/of aflossing te betalen op hun lening. Klanten kregen hierdoor tijd om de directe gevolgen van de lockdown op hun ondernemingen in kaart te brengen, zonder het risico te lopen als wanbetaler geregistreerd te worden.
Op dit moment nog geen grote betalingsproblemen
In totaal hebben Nederlandse banken op dit moment voor bijna EUR 1900 miljard aan leningen uitstaan. Voor het overgrote deel van deze leningen – circa 96% – verwachten banken dat klanten aan hun betalingsverplichting kunnen voldoen (zie ook figuur 2). Over ruim EUR 50 miljard van deze leningen hebben Nederlandse banken betalingsuitstel gegeven (zie ook figuur 1b). In totaal is met dit betalingsuitstel een bedrag van ruim EUR 3 miljard gemoeid, wat gelijk staat aan ongeveer 1,8% van het kernkapitaal van banken. Na afloop van de moratoria wordt van deze klanten weer verlangd dat zij de rente en/of aflossing op de lening betalen. Gekeken moet worden of zij dit ook kunnen. Voor een groot deel van deze klanten, circa 69%, verwachten banken dat zij hun lening kunnen terugbetalen. Voor een klein deel van de klanten, nog geen 2%, verwachten banken dat zij niet in staat blijken te zijn de lening terug te betalen. Bij 29% van de klanten is er op dit moment geen sprake van betalingsproblemen, maar houden banken wel rekening met hogere kredietverliezen in de toekomst (zie ook figuur 2).
Banken verhogen voorzieningen
Banken kunnen zich voorbereiden op hogere verliezen in de toekomst door hier voorzieningen voor te treffen. Banken hebben al flink hogere voorzieningen getroffen sinds het begin van de coronacrisis, al is recent een afvlakking te zien (zie ook figuur 3). De toename in voorzieningen blijkt onder meer uit de hoeveelheid voorzieningen ten opzichte van de omvang niet-presterende leningen (oftewel de NPL coverage ratio, zie ook figuur 3).
Figuur 3 – Voorzieningen (linkeras) en NPL coverage ratio (rechteras)
Linkeras: Getroffen voorzieningen door NL banken voor leningen met (risico op) terugbetalingsproblemen. Rechteras: Verhouding tussen voorzieningen t.o.v. waarde van leningen met terugbetalingsproblemen.
Meer inzet nodig om betalingsproblemen op tijd te erkennen
De steunmaatregelen tezamen hebben lucht gegeven in onzekere tijden, maar hebben ook de eigenschap om risico’s vertraagd naar voren te laten komen. Zo verwacht ook de ECB dat de maximale impact op het kapitaal van banken in de Eurozone pas in 2022 gevoeld zal worden. In het toezicht zal DNB daarom scherp blijven letten op het tijdig erkennen van betalingsproblemen bij klanten van banken. Daarbij is het van belang dat banken hun totale leningenboek, en in het bijzonder de leningen waarover moratoria zijn verstrekt, onder de loep nemen en beoordelen of daar leningen tussen zitten waarvan het niet of minder waarschijnlijk is dat ze worden terugbetaald. Een les uit de financiële crisis is dat het traag erkennen en afhandelen van hoge aantallen leningen met betalingsproblemen economisch herstel uiteindelijk belemmert. Ondanks de operationele uitdagingen is het daarom van belang dat banken op tijd deze risico’s en kwetsbaarheden onderkennen en inzetten op een prudent risicomanagement. Daarbij moet waar nodig worden ingezet op beheersings-strategieën zoals herstructureringen en afwaardering, met oog voor de klant. Het reeds oplopen van de voorzieningen is een indicatie dat banken verwachten dat kredietverliezen zullen toenemen. Deze ontwikkeling, gecombineerd met structureel lage winstgevendheid onder andere ingegeven door het lage renteniveau, is een uitdaging voor banken. DNB moedigt juist in deze tijden een prudent voorzieningenbeleid ten zeerste aan en roept banken op hier in de komende periode op in te blijven zetten.
Bron: DNB