Het moderniseren van de economische structuur door structurele hervormingen is misschien wel dé grootste uitdaging voor de eurozone. Dat zei Klaas Knot bij de lancering van het boek “Structural Reforms: Moving the economy forward” dat uitkwam onder redactie van DNB.
Hervormingen versterken groei
Hervormingen verhogen de structurele groei, en versterken daarmee de overheidsfinanciën. Hier is vooral winst te halen in de zuidelijke lidstaten, waar de scope voor het hervormingen het grootst is. Volgens schattingen gepresenteerd in het boek, kan de bbp-winst in landen als Griekenland en Italië binnen 10 jaar oplopen tot bijna 10% als zij een ambitieuze hervormingsagenda doorvoeren (grafiek 1). Maar ook in Nederland is ruimte om de structurele groei te verhogen, bijvoorbeeld door met gerichte belastingen de participatie te verhogen.
Beter aanpassingsvermogen
Hervormingen zorgen tevens dat nationale economieën een beter vermogen hebben om zich aan te passen. Naarmate prijzen en lonen zich sneller kunnen aanpassen, kunnen bedrijven een economische crisis sneller te boven komen. Ook de regels omtrent ontslag en faillissement spelen daarbij een rol. Maar hier is voorzichtigheid geboden. Enerzijds kan een zekere mate van ontslagbescherming voorkomen dat bedrijven in een recessie al te gemakkelijk mensen ontslaan, wat een crisis kan versterken. Anderzijds leidt een hoge mate van ontslagbescherming, zoals bijvoorbeeld in de zuidelijke lidstaten maar ook in Nederland, er juist toe dat bedrijven veel flexkrachten in dienst nemen, die in een recessie vervolgens snel hun baan verliezen.
Hervormen als de zon schijnt
Het voorbeeld van ontslagbescherming wijst ook op het belang van een goede timing van hervormingen. Het ontslagrecht versoepelen tijdens een neergang leidt vooral tot meer baanverlies, en niet tot meer vaste werkgelegenheid. Met een oplevende conjunctuur is het omgekeerde het geval: de kans op ontslagen is klein en de kans op meer vaste banen groot.
Kans op succes
Bij de start van de EMU gingen beleidsmakers er nog van uit dat landen wel uit eigen belang zouden hervormen, vanwege de hoge kosten van gebrek aan flexibiliteit. Dat bleek te optimistisch. Daar waar landen nog de nodige hervormingen doorvoerden om te kwalificeren voor euro-deelname, viel de hervormingsgezindheid in de eerste periode van de EMU juist terug. Vooral de zuidelijke landen hebben tijdens de crisis een inhaalslag gemaakt, en ook Nederland heeft juist in de crisis belangrijke hervormingen doorgevoerd (bijvoorbeeld de vermindering van de hypotheekrenteaftrek, en de verhoging van de pensioenleeftijd). Nu de crisis in het eurogebied achter ons ligt, is het zaak daarmee door te gaan. In goede tijden zijn hervormingen het meest kansrijk wanneer onbedoelde herverdelende effecten ook kunnen worden gecompenseerd. Ook onafhankelijke begrotingsautoriteiten, zoals in Nederland het Centraal Planbureau, kunnen de adoptie van hervorming vergemakkelijken, doordat ze een onafhankelijk oordeel over de effecten van de hervormingen kunnen geven.
Bron: DNB