Met de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars die op 1 januari van kracht wordt, krijgen verzekeraars en DNB meer mogelijkheden om zich goed voor te bereiden op zwaar weer. Ook krijgt DNB meer bevoegdheden om een eventueel falende verzekeraar ordentelijk af te wikkelen.
Samen werken aan afwikkelbaarheid
De nieuwe wet is geïnspireerd door het Europese resolutieregime voor banken dat in 2015 is geïmplementeerd, in navolging op de financiële crisis. Op dat terrein heeft De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de Europese Single Resolution Board en de banken de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet om afwikkelbaarheid te bevorderen. Hoofddoel is om de negatieve gevolgen van falende banken voor de economie en maatschappij te beperken. Tevens wordt daarmee de kans dat de overheid bij moet springen verkleind. Voor verzekeraars wordt nu op nationaal niveau een soortgelijk resolutieraamwerk ingevoerd, met eenzelfde doelstelling.
Uiteraard blijft het toezicht erop gericht om te voorkomen dat verzekeraars überhaupt in de problemen komen. Maar mocht een verzekeraar onverhoopt toch in slecht weer belanden, dan zijn zowel de instelling als DNB beter voorbereid. Daarnaast geeft de nieuwe wet enerzijds DNB meer bevoegdheden om verzekeraars in resolutie te nemen, en anderzijds de curator aanvullende instrumenten om polishouders beter te beschermen in faillissement.
Goede voorbereiding is het halve werk
Om te zorgen dat Nederlandse verzekeraars en DNB goed voorbereid zijn op een crisissituatie, introduceert de wet twee nieuwe plannen: het voorbereidend crisisplan en het resolutieplan. Alle verzekeraars stellen zelf een voorbereidend crisisplan op, waarin staat welke herstelmaatregelen zij kunnen nemen indien er problemen ontstaan. DNB beoordeelt de crisisplannen en gaat hierover het gesprek aan met de verzekeraars.
Daarnaast werkt DNB zelf aan resolutieplannen voor een deel van de sector. Daarin legt DNB vast hoe een falende verzekeraar ordentelijk zou kunnen worden afgewikkeld, en wat nodig is om de afwikkelbaarheid van de instelling te bevorderen. Dit plan schrijft DNB alleen wanneer het falen van een verzekeraar mogelijk kan leiden tot grote gevolgen voor de economie, financiële markten of maatschappij. Faillissement blijft het uitgangspunt, maar resolutieplanning biedt uitkomst voor verzekeraars die waarschijnlijk niet failliet kunnen gaan zonder grote uitstralingseffecten.
Om te bepalen of sprake is van grote negatieve gevolgen voor de maatschappij of economie, zal DNB een integraal oordeel moeten vellen over de specifieke situatie van de verzekeraar, waaronder bijvoorbeeld de omvang van de verzekeraar, of de verzekeringen bijdragen aan de dagelijkse levensvoorziening (zoals bijvoorbeeld pensioen- en levensverzekeringen), en of een faillissement mogelijk een materiële impact heeft op de markt of andere verzekeraars.
Polishouders goed, maar niet volledig beschermd
Wanneer het faillissement van een verzekeraar te grote maatschappelijke gevolgen teweeg zou brengen en een verzekeraar dus in aanmerking komt voor resolutie, heeft DNB verschillende resolutie-instrumenten tot haar beschikking. Zo kan DNB een falende verzekeraar als geheel of in onderdelen overdragen aan een andere partij, zodat de verzekeringsproducten onder verantwoordelijkheid van een nieuwe eigenaar komen. Ook is het mogelijk om kapitaal en verplichtingen van de verzekeraar af te schrijven en om te zetten in nieuw kapitaal.
De eerste verliezen komen altijd terecht bij de aandeelhouders en de schuldeisers. Wanneer dit echter onvoldoende is om de afwikkeling tot een goed einde te brengen, is het mogelijk dat ook een deel van de waarde van de rechten van de polishouders wordt afgeschreven. Dit kan bijvoorbeeld door een aanpassing van de polisvoorwaarden, garanties of opgebouwde rechten. DNB kan dus niet altijd voorkomen dat polishouders bij het falen van een verzekeraar geraakt worden. Polishouders mogen echter nooit slechter af zijn dan in faillissement het geval zou zijn geweest. Daarbij is het de verwachting dat zij als collectief juist beter af zijn, wanneer DNB een grote verzekeraar in resolutie neemt. De doelstelling van resolutie is immers om materiële gevolgen voor de economie, financiële markten of maatschappij te beperken. Daarbij kan resolutie er voor zorgen dat verzekeringscontracten blijven doorlopen. De polishouder heeft dan zekerheid over het behoud van dekking door verzekering en hoeft geen nieuwe verzekering tegen nieuwe voorwaarden en kosten af te sluiten.
Ook meer mogelijkheden voor curator
Ook de curator krijgt meer mogelijkheden. In het geval van een faillissement wordt het voor de curator onder voorwaarden mogelijk om tussentijds polishouders uit te keren. Dit betekent dat onder andere verzekeringen die rechtstreeks in levensonderhoud voorzien kunnen blijven uitbetalen terwijl de curator het faillissement nog aan het afhandelen is. Bovendien kan een curator vanaf 1 januari ook verzekeringscontracten overdragen aan een nieuwe verzekeraar, wat betekent dat polishouders niet altijd een nieuwe verzekering hoeven af te sluiten bij een faillissement.
Zowel in de resolutie als in faillissement voorziet de nieuwe wet in mogelijkheden om polishouders beter te beschermen, Aan de ene kant voorziet de regelgeving in handvatten voor de sector en DNB om zich goed voor te bereiden op mogelijke problemen en deze indien nodig ordentelijk aan te pakken. Aan de andere kant krijgt de curator meer opties tot continuïteit in faillissement.
Bron: DNB