De liquiditeitssteun die het Eurosysteem tijdens de financiële crisis aan banken verstrekte was noodzakelijk, maar had ook onbedoelde bijeffecten. Zo is deze steun vooral terecht gekomen bij een klein deel van de banken die er langdurig gebruik van hebben gemaakt, ook toen markten in rustiger vaarwater kwamen. De liquiditeitssteun is daarmee gepaard gegaan met verminderde marktdiscipline en het uitblijven van noodzakelijke balansaanpassingen. Om dit in de toekomst te voorkomen kan het bestaande monetaire instrumentarium worden aangepast. Ook is te overwegen om in een systeemcrisis extra liquiditeit te verstrekken via een aparte faciliteit met specifieke voorwaarden. Deze aanbevelingen volgen uit een evaluatie van de in de afgelopen jaren verleende steunoperaties. Een recent gepubliceerde Occasional Study van DNB bevat de details.
Al meer dan 10 jaar ondersteunt het Eurosysteem banken door extra liquiditeit te verstrekken. Deze steun was in het begin van de crisis bedoeld om de liquiditeitsspanningen in het bankensysteem te verhelpen. Dat gebeurde door banken via de monetaire beleidsoperaties zoveel liquiditeit als nodig te geven tegen een vaste rente. Het Eurosysteem vervulde daarmee haar rol als Lender of Last Resort. Later werd langjarige liquiditeitssteun verleend om de monetaire transmissie via banken te versoepelen. De maatregelen waren nodig omdat markten voor liquiditeit opdroogden, met risico’s voor de kredietverlening en economie.
Liquiditeitssteun aan banken belangrijk en effectief
Uit de Occasional Study blijkt dat de centrale bank een belangrijke aanvullende rol heeft als markten voor liquiditeit niet goed functioneren. Met andere woorden, als de markt voor liquiditeit opdroogt, is er een rol voor de centrale bank als Lender of Last Resort. Liquiditeitssteun aan solvabele banken is voor de economie van groot belang. Het draagt eraan bij dat financiële instellingen en markten ook in een crisis kunnen blijven functioneren. Banken kunnen bijvoorbeeld kredieten en betalingsverkeerdiensten blijven verstrekken als zij verzekerd zijn van liquiditeit, zo nodig voor een langere periode. Daarbij concludeert de studie dat in een crisis geen onzekerheid moet bestaan over dergelijke liquiditeitssteun. Het moet duidelijk zijn dat de centrale bank, indien nodig, tegemoet komt aan de extra vraag naar liquiditeit. Deze centrale bankliquiditeit moet toegankelijk zijn zonder dat er een stigma rust op het gebruik ervan, om de liquiditeitssteun zo effectief mogelijk te maken.
Liquiditeitssteun kwam terecht bij een kleine groep banken
De liquiditeitssteun door het Eurosysteem blijkt voor een groot deel terecht te zijn gekomen bij een klein deel van de banken in het eurogebied (minder dan vijf procent van de banken was verantwoordelijk voor meer dan negentig procent van de liquiditeitstoewijzing). Bovendien hebben deze banken langdurig gebruik gemaakt van de liquiditeitssteun. Ook in perioden dat de markten kalmer waren, bleven ze relatief veel lenen van het Eurosysteem (Figuur 1). Dit duidt erop dat een kleine categorie banken structureel afhankelijk is geworden van centrale bankfinanciering.
Figuur 1 – Liquiditeitssteun en geldmarktstressindicator in het eurogebied
Onbedoelde neveneffecten liquiditeitssteun
Geconcludeerd wordt verder dat liquiditeitssteun die langdurig en zonder extra voorwaarden wordt verstrekt onbedoelde neveneffecten heeft. Het neemt prikkels voor banken weg om financiering op de markt aan te trekken en vermindert de disciplinerende werking van marktkrachten. Hierdoor voelen banken minder druk om hun balansen op orde te brengen, met als risico dat banken op de been worden gehouden die zonder centrale bankliquiditeit niet zouden overleven.
Verbetering liquiditeitssteun
Op basis van de ervaringen met het leengedrag van banken wordt in de studie geconcludeerd dat het bestaande operationele raamwerk de Lender of Last Resort rol op enkele punten kan worden verbeterd. Dat kan door prikkels op te nemen die voorkomen dat banken langdurig afhankelijk worden van centrale bankfinanciering. Bijvoorbeeld door toepassing van een oplopende leenrente bij toenemend gebruik van centrale bankliquiditeit. Een andere optie kan zijn om in een crisis een aparte faciliteit te activeren, voor liquiditeitsvoorziening tegen bijzondere voorwaarden. Zo moet de rente hierop voldoende hoog zijn om langdurig gebruik te ontmoedigen, maar kan, anders dan in de gebruikelijke herfinancieringsoperaties, ook minder liquide onderpand worden geaccepteerd. Met zulke aanpassingen kan de centrale bank haar Lender of Last Resort functie effectief vervullen en worden ongewenste bijeffecten beperkt.
Bron: DNB