Nederlandse huishoudens hebben in de tweede helft van 2013 meer spaargeld opgenomen bij banken dan gestort. Vooral bij vrij opneembare deposito’s werd er netto spaargeld opgenomen; deposito’s met een vaste looptijd kenden in deze periode juist een lichte instroom van spaargeld.
Nederlandse huishoudens hebben eind 2013 325 miljard euro op spaarrekeningen staan bij banken in Nederland. Het overgrote deel hiervan, ruim 85 procent, staat op vrij opneembare spaarrekeningen, bijvoorbeeld internetspaarrekeningen. De overige 48 miljard euro is voor bepaalde tijd vastgezet bij een bank, waarbij klanten doorgaans een iets hogere rente krijgen dan bij de vrij opneembare spaarrekeningen. Sinds medio 2013 is de totale hoeveelheid spaargeld die huishoudens bij banken hebben uitstaan langzaam gedaald. In de laatste zes maanden van 2013 is de totale hoeveelheid spaargeld van huishoudens bij banken met zo’n 5 miljard euro afgenomen. Deze daling is geheel toe te schrijven aan een daling van de hoeveelheid spaargeld op vrij opneembare spaarrekeningen.
De achterliggende ontwikkeling in de hoeveelheid spaargeld van huishoudens kan verder inzichtelijk worden gemaakt aan de hand van de maandelijkse netto-inleg van spaargeld (dat is exclusief bijgeschreven rente). De maandelijkse netto inleg heeft een herkenbaar seizoenspatroon met netto grote inleggen in januari en in mei. De laatste zes maanden van 2013 is de netto inleg van spaargeld zonder uitzondering negatief geweest; gecumuleerd is er door Nederlandse huishoudens in het laatste half jaar van 2013 netto 7 miljard euro aan spaargeld opgenomen. Het is voor het eerst sinds het bestaan van deze spaargeldstatistiek dat er zes maanden op rij meer spaargeld wordt opgenomen dan gestort.
Een mogelijke oorzaak van deze netto opname is dat huishoudens spaargeld opnemen om additionele aflossingen op hypothecaire leningen te kunnen doen. Daarnaast is de rente die op vrij opneembare deposito’s wordt vergoed de tweede helft van 2013 verder gedaald, waardoor het voor huishoudens interessant is om te kijken naar alternatieven voor het aanwenden van hun spaargeld.
Bron: DNB