De effectiviteit van het toezicht op financiële instellingen is gebaat bij een goede maatvoering (’proportionaliteit’) die rekening houdt met de omvang, complexiteit en risico’s van die instellingen. Een goede maatvoering is niet alleen beter voor het toezicht op de instellingen zelf, het draagt ook bij aan de financiële stabiliteit als geheel omdat het een diverse samenstelling van de instellingen in de financiële sector bevordert.
‘Simpeler, maar niet soepeler’, zegt directeur Toezicht Jan Sijbrand van De Nederlandsche Bank (DNB) over een vandaag gepubliceerde verkennende DNB-studie, getiteld ‘Proportional and effective supervision’ (PDF, Engelstalig); ‘De maatlat blijft voor klein en groot op dezelfde hoogte liggen, maar we kijken wel of het doelmatiger kan.’
Onbedoelde effecten
Aanleiding voor de verkenning is de vraag of tien jaar na de financiële crisis het pakket van nieuw ingevoerde regelgeving behalve de beoogde verbetering van het risico-absorberend vermogen van banken en verzekeraars, mogelijk ook onbedoelde effecten teweeg heeft gebracht. De omvangrijkere en strengere toezichtregels hebben bijgedragen aan de weerbaarheid van financiële instellingen en aan het vertrouwen dat de maatschappij kan hebben in de financiële sector. Maar onbedoelde effecten van die nieuwe regels kunnen leiden tot nieuwe kwetsbaarheden die tijdig dienen te worden onderkend.
Verdere vereenvoudiging toezichteisen
Eén van de aanbevelingen uit de verkennende studie is dat onderzocht moet worden of het toezicht op kleinere en minder complexe banken in het eurogebied op een eenvoudiger manier kan worden ingericht dan het toezicht op de grote banken. Voor kleine verzekeraars bestaan al aangepaste regimes, maar ook hier ziet DNB mogelijkheden voor verdere vereenvoudiging van bijvoorbeeld de rapportageverplichtingen. Overwogen wordt verder het toezicht op pensioenfondsen deels te laten lopen via direct toezicht op de pensioenuitvoerders om zo de fondsen te ontlasten.
Een andere aanbeveling over de proportionaliteit van het toezicht luidt dat bekeken moet worden of instellingen kunnen worden uitgezonderd van bepaalde toezichteisen als deze niet van toepassing zijn op hun bedrijfsmodel. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat een specialistisch fintech-bedrijf onder voorwaarden aangepaste rapportageverlichtingen krijgt in vergelijking met een bank met een traditioneel verdienmodel. Bijkomend voordeel van zo’n benadering is dat daarmee de verscheidenheid in de bankenmarkt toeneemt en het systeemrisico daalt.
Homogeniteit en financiële stabiliteit
De verkenning heeft ook gekeken naar de aanwijzingen voor een toegenomen homogeniteit onder de instellingen in de financiële sector. Die brengt met zich mee dat bijvoorbeeld de banken tegenwoordig steeds meer blootstaan aan gelijksoortige risico’s en ook steeds meer op dezelfde manier zullen reageren op nieuwe informatie, met vooralsnog onzekere consequenties voor de financiële stabiliteit.
Voor zover de toegenomen regelgeving heeft bijgedragen aan die homogeniteit, zo stelt het rapport, is het zaak om vanuit het oogpunt van de financiële stabiliteit in toezicht en regelgeving meer aandacht te geven aan de heterogeniteit van de sector. Bij verzekeraars zorgt verscheidenheid in bedrijfsmodellen voor een heterogene benadering van risicoselectie en risicoreductie. In de pensioensector kan verscheidenheid bijdragen aan minder homogeniteit in de beleggingsstrategieën.
Regeldruk wordt ervaren als hoog
Daarnaast is onderzocht of de veelheid van nieuwe regelgeving niet leidt tot verminderde aandacht van banken, verzekeraars en pensioenfondsen voor zaken als risicobeheersing en strategie, een zorgpunt dat de onderzoekers vanuit de sector werd aangereikt. De instellingen blijken echter wel degelijk meer aandacht aan risicobeheersing en strategie te besteden, maar ervaren tegelijk de regeldruk en toezicht als hoog.
Meest genoemd als oorzaken van de ervaren regeldruk worden de complexiteit van de regels, inconsistenties tussen verschillende regelgevingskaders en de van de instellingen gevergde inspanningen om aan de regels te voldoen. Dat onderstreept dat regelgevers werk moeten maken van het terugdringen van onduidelijkheden en complexiteit in de regelgeving.
Bron: DNB