In een door DNB gehouden enquête onder de Nederlandse banken geven zij aan de acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen en voor woninghypotheken in het tweede kwartaal van 2020 te hebben verscherpt. De banken verwachten de criteria de komende maanden nog verder aan te scherpen. Dit blijkt uit resultaten van de meest recente Bank Lending Survey (BLS), die de mening van banken vraagt over de soepelheid van hun kredietverlening. Hiermee lijken banken te anticiperen op de verwachte gevolgen van de coronacrisis op de economie die bij banken leiden tot een toegenomen kredietrisico. De werkelijk gerealiseerde cijfers voor de kredietverlening van banken wijzen tot nog toe op stabilisatie van de kredietverlening aan bedrijven in de maanden tot en met mei. (Zie DNB-tabel Kernindicatoren monetaire statistieken).
Omslag in acceptatiecriteria voor kredieten aan ondernemingen en hypotheken
De BLS is een driemaandelijkse, kwalitatieve enquête waarin zeven in Nederland gevestigde banken (89% van totale Nederlandse bancaire activa) worden gevraagd naar hun perceptie over de acceptatiecriteria van hun kredietverlening in het afgelopen kwartaal (terugblikkend), en naar hun verwachtingen voor het komende kwartaal (vooruitblikkend). De meest recente peildatum van de BLS is 1 juli 2020. De ontwikkelingen zijn uitgedrukt in een netto percentage dat het verschil weergeeft tussen het aandeel banken dat een criteriaverscherping, en het aandeel dat juist een versoepeling aangeeft. De antwoorden worden gewogen naar het marktaandeel van de banken. De antwoorden van banken in de BLS weerspiegelen daarmee alleen de richting en niet de exacte mate van ontwikkelingen en verwachtingen omtrent acceptatiecriteria. Ook zeggen deze cijfers niets over de feitelijke omvang van de kredietverlening.
De overgrote meerderheid van de deelnemende banken geeft aan dat ze in het tweede kwartaal van 2020 de criteria voor goedkeuring van nieuwe aanvragen voor alle soort bedrijfsleningen hebben verscherpt (figuur 1). Dit terwijl in de laatste 1,5 jaar de criteria juist versoepeld werden. Voor het derde kwartaal verwachten de meeste banken een verdere verscherping van de acceptatiecriteria.
Nederlandse banken geven aan hogere risico’s te zien en een lagere risicotolerantie te hebben, zowel gezien de algemene en bedrijfstak-specifieke economische situatie en vooruitzichten, alsmede de kredietwaardigheid van kredietnemers. Deze ontwikkelingen hangen samen met de negatieve economische gevolgen van de coronamaatregelen waardoor het algehele risico voor banken op de langere termijn toeneemt.
Deze duidelijke verscherping van criteria wordt in andere eurolanden niet gemeld. In Duitsland wordt ook een aanscherping waargenomen, echter bij een minderheid van de aan de BLS deelnemende banken. Banken in Frankrijk, Spanje en Italië geven aan dat acceptatiecriteria voor bedrijfskredieten zijn versoepeld in het tweede kwartaal van 2020. (Zie Bank Lending Survey-rapport van de ECB voor 2020 K2).
Verder geven banken aan dat de acceptatiecriteria voor woningfinanciering zijn verscherpt in het tweede kwartaal van 2020. Ook hier wordt de hogere risicoperceptie van banken genoemd als voornaamste verklaring. De criteriaversoepeling naar woninghypotheken die de afgelopen drie jaar steeds werd gemeld zet zich daarmee niet meer voort. Voor het volgende kwartaal voorzien banken een verdere aanscherping van de criteria.
Meer vraag naar bedrijfskrediet bij MKB, minder vraag bij grote bedrijven
Over het tweede kwartaal van 2020 melden banken in de kwalitatieve BLS-enquête een verschil tussen de behoefte aan bancaire financiering vanuit het MKB enerzijds en die vanuit grote ondernemingen anderzijds (figuur 2). Waar in het eerste kwartaal de vraag van zowel grote bedrijven als MKB nog fors toenam, geven anken aan dat in het tweede kwartaal van 2020 de vraag naar krediet van grote bedrijven afnam. Banken rapporteren dat ze dit als een gevolg zien van de lagere vaste investeringen en uitgestelde plannen voor fusies en overnames. Ook kan de betere toegang van grotere bedrijven tot de kapitaalmarkt hierin een rol hebben gespeeld. (Zie ECB-data over obligatie-emissies van Nederlandse bedrijven).
De vraag naar krediet vanuit het MKB nam ook in het tweede kwartaal toe. Volgens de banken wordt dit verklaard door hogere uitgaven voor voorraden en werkkapitaal, en door heronderhandelingen op en herstructurering van bestaande leningen. Dit hangt mede samen met de gevolgen van de coronamaatregelen die leiden tot meer behoefte aan liquiditeit.
Voor het derde kwartaal verwachten banken soortgelijke ontwikkelingen, hoewel een kleiner deel van de banken dan nog een verdere vraagafname bij grote bedrijven verwacht.
Vraag naar woninghypotheken vlakt af, vraag naar consumptief krediet daalt
Nederlandse banken geven in de BLS-enquête verder aan dat de vraag naar woninghypotheken in het tweede kwartaal van 2020 is afgevlakt (figuur 3). Dit is een verschil met de toename in de vraag naar hypothecaire leningen die de afgelopen drie jaar steeds werd gemeld. Voor het derde kwartaal verwacht het merendeel van de banken dat de vraag naar woninghypotheken zal afnemen.
Voor wat betreft de vraag naar consumptief krediet geeft een merendeel van de deelnemende banken aan dat in het tweede kwartaal van 2020 een afname van de vraag naar dit soort krediet heeft plaatsgevonden (figuur 3). De geconstateerde vraagafname wordt verklaard door de lagere uitgaven aan duurzame consumptiegoederen en de daling van het consumentvertrouwen. Voor het derde kwartaal verwachten de meeste banken dat de vraag naar consumptief krediet verder zal afnemen.
Bron: De Nederlandse bank