Bij digitale ontwikkelingen moeten publieke waarden en het perspectief van gebruikers centraal staan en de overheid zal normerend optreden om de publieke waarden te bewaken. Ook wil het kabinet stevig inzetten op het verzilveren van digitale kansen op gebied van duurzaamheid, zorg, onderwijs en mobiliteit en de eigen overheid. Dat schrijft staatssecretaris Alexandra Van Huffelen (Digitalisering) in een brief aan de Tweede Kamer over de digitaliseringsstrategie, die samen met de ministers Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), Dilan Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en Franc Weerwind (Rechtsbescherming) is opgesteld. Het kabinet wil dat grote techbedrijven veel meer doen om discriminatie, polarisatie en bedreiging van de democratie tegen te gaan. Zo draagt de digitaliseringsstrategie bij aan een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders.
Staatssecretaris Van Huffelen: “Digitalisering heeft ons veel goeds gebracht en biedt ons ook voor de toekomst veel kansen, maar ook de schaduwkanten zijn heel duidelijk geworden. Discriminatie, haatzaaien, desinformatie en polarisatie gedijen goed in de nieuwe informatiesamenleving. De recente ontwikkelingen laten zien hoe urgent en actueel dit is: naast de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne woedt online een informatiestrijd.” In de Kamerbrief worden de hoofdlijnen voor het verder brengen van de digitale transitie uiteengezet. Van Huffelen: “De macht binnen de digitale markt ligt teveel bij enkele grote tech-bedrijven. We moeten ervoor zorgen dat de regels die gelden in de fysieke wereld ook online gaan gelden. De kansen die digitalisering ons biedt omarmen we, maar dan wel op basis van voor ons belangrijke publieke waarden. Met meer zelfbeschikking en focus op privacy en veiligheid kunnen we laten zien dat het ook anders kan.”
Digitaal fundament
Om te starten met het grijpen van de kansen die digitalisering biedt, is allereerst een stevig fundament nodig waarin Nederlandse waarden en grondrechten zijn verankerd, schrijven de bewindspersonen in de brief aan de Kamer. Deze stevige basis die vertaald wordt in wetten, regels en normen komt voort uit Nederlands- en Europees beleid. Daarmee worden ongewenste gevolgen van digitalisering voorkomen of beperkt en wordt online de menselijke maat bewaakt. Het kabinet zet daarnaast in op een excellente en veilige infrastructuur waardoor snel vast én mobiel internet, overal en voor iedereen beschikbaar is.
De overheid werkt aan meer spelregels voor digitale markten, infrastructuur en diensten en laat dat niet meer over aan een handvol grote technologiebedrijven. De overheid zal daarbij normerend en regulerend optreden. Zo heeft Nederland een grote rol gespeeld bij de totstandkoming van de aanstaande EU Digital Markets Act die de concurrentiepositie van andere bedrijven op de wereldwijd grootste digitale platforms en de bescherming van gebruikers verbetert. De EU Digital Services Act gaat er onder andere voor zorgen dat internetdiensten een uitgebreidere bescherming moeten bieden aan consumenten en ondernemers die producten of diensten via een platform of dienst aanbieden of afnemen. Daarbij hoort ook het bestrijden van illegale inhoud online.
Digitale veiligheid
Overheid, burgers en bedrijven worden beter beschermd tegen digitale dreigingen, bijvoorbeeld door veiligheidsaspecten als in het ontwerp van overheidssystemen mee te nemen (‘privacy by design’). Burgers krijgen meer regie over hun eigen gegevens door de ontwikkeling van een breed bruikbare digitale identiteit, zodat zij zich in de digitale wereld op veilige wijze kunnen identificeren. Ook worden onveilige digitale diensten en producten vanaf 2024 op de EU-markt verboden. Er gelden dan minimum eisen op het gebied van cyberveiligheid (‘safety by design’).
Digitale samenleving en digitale economie
Nieuwe digitale diensten en producten hebben een enorme economische en maatschappelijke potentie, die het kabinet wil stimuleren. Bijvoorbeeld door in te zetten op digitale vaardigheden bij jong en oud: iedereen moet digitaal kunnen meedoen. Tegelijkertijd wordt ingezet op digitaal onderwijs dat aansluit bij de digitale vaardigheden die de arbeidsmarkt van starters vraagt. Het kabinet ondersteunt daarnaast nieuwe digitale toepassingen in de zorg met randvoorwaarden voor bijvoorbeeld informatieveiligheid. De overheid stimuleert de ontwikkeling van duurzame technologieën, die bijdragen aan het behalen van klimaatdoelstellingen. Marktpartijen worden uitgedaagd om tot klimaatvriendelijke technologische oplossingen te komen. De overheid ondersteunt onderzoek, pilots en demonstratieprojecten en heeft de belangrijkste kennis- en innovatieopgaven geformuleerd in een integrale kennis- en innovatieagenda. Voor al deze ontwikkelingen is een digitale sector nodig die elke dag wordt uitgedaagd om het beste van zichzelf te laten zien, en waarin ondernemers, overheden, onderzoekers en burgers samenwerken.
Digitale overheid
De digitale ambities van het kabinet zijn alleen geloofwaardig als de overheid zelf het goede voorbeeld geeft. Door niet de eigen organisatie centraal te stellen, maar de online én offline leefwereld van mensen. Digitalisering wordt ingezet om de nieuwe bestuurscultuur te faciliteren. De Regeringscommissaris Informatiehuishouding is onlangs gestart met een structurele verbetering van de informatiehuishouding, om zo meer openheid te kunnen bieden aan parlement, pers en burgers. De harde lessen uit bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslagaffaire worden toegepast. Dat betekent systemen opschonen en hogere standaarden stellen voor hoe overheden omgaan met informatie. Zo geeft de overheid het goede voorbeeld met een transparant gebruik van algoritmen en uitvoeringsregels. De recente introductie van algoritmeregisters in enkele gemeenten is daarbij een bron van inspiratie. Zulke initiatieven worden aangemoedigd en opgeschaald.
Samen met wetenschap, samenleving en Europese partners
In de komende maanden worden de hoofdlijnen uit de brief verder uitgewerkt in een kabinetsbrede werkagenda digitalisering. Dat doet het kabinet samen met alle betrokken departementen en met een breed palet aan belanghebbenden uit samenleving, wetenschap, bedrijfsleven, medeoverheden en met Europese partners.
Bron: Rijksoverheid