Om innovatie te stimuleren in het digitale tijdsperk is aanpassing van het innovatiebeleid van de overheid nodig. Beleid kan beter aansluiten bij de manier waarop bedrijven innoveren. Dit is veranderd door de digitalisering van de economie. Innovatie is meer dan in het verleden gebaseerd op allerhande beschikbare data. Bedrijven gebruiken (vaak gratis) softwarecode en wetenschappelijke inzichten en kunnen innovatieve projecten gemakkelijker (deels) uitbesteden of delen met andere bedrijven. Bedrijven die vooroplopen, zijn moeilijker dan in het verleden in te halen door concurrenten. Dit is de belangrijkste conclusie uit de zojuist verschenen publicatie van het Centraal Planbureau (CPB) ‘Digitalisering van R&D’.
Effectief overheidsbeleid biedt gelijke kansen aan voorlopers en bedrijven die ze uitdagen. Om de koppositie te verkrijgen geven grote techbedrijven veel geld uit aan onderzoek en ontwikkeling (R&D). Dit levert hen veel voordeel op en doordat deze bedrijven meer gebruikers hebben, verkrijgen zij automatisch meer data. Dat biedt hen meer houvast voor innovaties. Zo wordt de markt dynamischer. Een van de grootste innovatiesubsidies, de Innovatiebox, geeft nu vooral koplopers financieel voordeel en hun uitdagers daardoor een relatief nadeel. Dit terwijl concurrentie belangrijk is om tot nieuwe innovaties te komen.
Open data en opensourcesoftware verdienen meer aandacht in modern innovatiebeleid. De overheid kan dat doen door zelf actiever data te delen en de ontwikkeling van opensourcesoftware te steunen. Ook de bestaande beleidsinstrumenten kunnen beter aansluiten bij bedrijven met veel digitale R&D. Bijvoorbeeld door niet alleen subsidieaanvragen voorafgaand aan de R&D-werkzaamheden toe te staan, maar ook achteraf, en ook door uitbestede R&D te steunen.
Bron: CPB