De Rechtspraak richt zich de komende jaren op het realiseren van eenvoudige digitale toegang voor rechtzoekenden en hun vertegenwoordigers. Dit staat in de vandaag gepubliceerde brief van de Raad voor de rechtspraak (pdf, 1,1 MB) aan minister Dekker (voor Rechtsbescherming) over de digitalisering in civiel recht en bestuursrecht. Hierin is het eerdere besluit om de nadruk te leggen op digitale toegankelijkheid in plaats van het automatiseren van juridische procedures verder uitgewerkt.
Alleen bestuur en civiel
De Rechtspraak wil het mogelijk maken om zaken digitaal in te dienen en digitaal stukken uit te wisselen. Daarnaast gaat de correspondentie met de Rechtspraak en het bekijken van het zaaksdossier digitaal verlopen. Daarvoor worden het webportaal Mijn Rechtspraak en de systeemkoppeling Aansluitpunt Rechtspraak aangepast.
Het basisplan gaat alleen over bestuursrecht en civiel recht. De rechtsgebieden strafrecht en toezicht, waar al digitaal wordt gewerkt, gaan verder op de ingeslagen weg en in faillissementszaken blijven curatoren digitaal communiceren met de rechtbank. Bij zaken waarin de rechter een toezichthoudende rol heeft, wordt nu in bijna 40 procent van de professionele bewindszaken en in 82 procent van de lopende faillissementszaken digitaal gecommuniceerd. Bij strafrecht wordt inmiddels 80 procent van de zaken digitaal behandeld, bij toezicht wordt al in meer dan 55.000 bewindszaken digitaal gewerkt.
Ook in asiel- en bewaringszaken gaat de digitale werkwijze door, al werd al eerder bekend dat deze IT-systemen niet verder worden doorontwikkeld.
Stap voor stap
De nieuwe digitale systemen worden op een beheerste, verantwoorde en realistische manier ontwikkeld. Vanaf 2019 wordt per zaaksoort gekeken hoe de nieuwe manier van werken kan worden vormgegeven. Eerst zullen de meer eenvoudige type zaken aan de beurt zijn. Dat begint dan bij 1 gerecht, waar advocaten op vrijwillige basis digitaal kunnen werken. Als daar positieve ervaringen mee zijn opgedaan, wordt digitale uitwisseling voor procespartijen bij alle gerechten ingevoerd; nog steeds op vrijwillige basis. Uiteindelijk wordt het digitale werken voor alle professionele partijen bij alle zaken verplicht. Voor burgers blijft de mogelijkheid om op papier te procederen, zoals ook wettelijk is vastgelegd.
Een brede groep belanghebbenden en andere deskundigen heeft meegedacht over het basisplan: van medezeggenschap tot vakinhoudelijke collega’s, maar ook externe deskundigen en ketenpartijen. Bij de verdere ontwikkeling van de digitale systemen blijft de Rechtspraak gebruikers van de systemen betrekken.
Financiering
De Raad voor de rechtspraak heeft de minister van Justitie en Veiligheid per brief ingelicht over de nieuwe plannen. Minister Dekker laat de Tweede Kamer weten dat hij ziet dat er stappen in de juiste richting worden gezet. Dekker geeft ook aan dat het plan nog verder moet worden uitgewerkt, iets waarmee de Rechtspraak al aan de slag is gegaan. De Rechtspraak gaat nu verder met de voorbereidingen. Hoe snel de Rechtspraak verdere vervolgstappen kan zetten, is afhankelijk van de uitkomsten van de BIT-toetst medio 2019 en het geld dat het ministerie beschikbaar stelt. De Raad voor de rechtspraak is hierover met de minister in gesprek.
Zie ook:
- Antwoorden op veelgestelde vragen over digitale toegang
- Brief aan minister (pdf)
- Rechtspraak: digitale toegankelijkheid in plaats van automatisering
- Infographic: Basisplan digitalisering civiel recht en bestuursrecht (pdf, 145,3 KB)
Bron: de Rechtspraak
Gerelateerd nieuws:
de Rechtspraak: “5 vragen over digitalisering rechtspraak“