Het eindrapport ‘Maak waar!’ van de Studiegroep Informatiesamenleving is gepubliceerd. Gemeenten hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de studie in de persoon van Franc Weerwind, burgemeester van Almere en voorzitter van de VNG Commissie Dienstverlening & Informatiebeleid.

De opdracht van de Studiegroep betrof het adviseren over het verbeteren van het functioneren van de digitale overheid. Daarbij is expliciet ook aandacht gevraagd voor de rol en positie van medeoverheden.

Het rapport ‘Maak Waar’ concludeert dat de Digitale overheid, ICT en informatiebeleid definitief Chefsache is. Het is van existentieel belang om het primaire proces en de digitalisering te verbinden. Interne en diepgaande kennis van digitalisering en ICT is daarbij essentieel om goed opdracht te kunnen geven aan uitvoering op dit gebied. Bovendien concludeert het rapport dat deze opgave interbestuurlijk van aard is, want de overheid functioneert naar burgers en bedrijven als één-overheid. Gemeenten herkennen zich hierin.

 

Belangrijke uitgangspunten

 

In de loop van het proces hebben gemeenten belangrijke uitgangspunten ingebracht die in het rapport een plek hebben gekregen zoals:

  • Een bredere scope, de digitale overheid is meer dan enkel bedrijfsvoering.
  • De stem van burgers en bedrijven die uitgaan van één overheid, en dus ook vanuit één overheid willen worden bediend.
  • Eén GDI voor burgers en bedrijven, die valt onder één bewindspersoon met portefeuille.

 

Punten die nog onvoldoende over het voetlicht komen

 

Er zijn nog aan aantal onderwerpen die aandacht verdienen, zoals:

  • Gemeenten zien – vanuit hun rol als eerste overheid die het dichtst bij Burger en Bedrijf staan – de scope van de digitale overheid vooral in de context van de Informatiesamenleving die in rap tempo de maatschappelijke verhoudingen verandert. Dit vraagt een heldere beleidsagenda die tot nog toe niet is ingevuld en belegd.
  • Kwaliteit, besturing en kosten van de GDI zijn samenhangende delen die horen bij één overheid. Gemeenten zijn van mening dat de infrastructuur nog onvoldoende volwassen is om vanuit het profijtbeginsel te worden bekostigd, op deze manier doorbelasten leidt tot negatieve prikkels voor het gebruik. Gemeenten pleiten daarom voor de inrichting van een fonds.
  • Het is onduidelijk welke structuur onder de programmaraad inhoudelijk input zal leveren. Gemeenten hebben de ervaring dat juist hier belangrijke inbreng vanuit een brede vertegenwoordiging van gemeenten kan worden geleverd en benadrukken het belang hiervan.

 

Meer informatie

 

Bron: VNG