Is de WIK een verbetering?
Op 1 juli 2012 is een nieuwe wettelijke regeling met betrekking tot buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. Wat betekent dit voor de positie van de crediteur in de handelspraktijk?
B2C
De nieuwe wet is in het leven geroepen om met name de consument te beschermen tegen te hoge incassokosten. In de nieuwe wettelijke regeling is een staffel opgenomen, waarin is vastgelegd welk bedrag aan incassokosten dient te worden voldaan. De regeling voor consumenten is van dwingend recht, hetgeen betekent dat hier niet ten nadele van de consument van kan worden afgeweken. In de wet is de verplichting opgenomen voor de crediteur om na het verstrijken van de betalingstermijn één schriftelijke aanmaning te verzenden, waarbij de debiteur nog de gelegenheid wordt gegeven om binnen 14 dagen aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. In deze aanmaning dient het bedrag aan incassokosten te worden genoemd dat de consument maximaal verschuldigd zal worden indien hij niet binnen deze 14 dagen termijn betaalt. Deze schriftelijke aanmaning is verplicht. Dit betekent, dat niet alleen de aanmaning inhoudelijk goed dient te zijn ingericht, doch dat u zich er tevens van dient te vergewissen dat deze schriftelijke aanmaning de debiteur ook daadwerkelijk bereikt.
B2B
Handelspartijen mogen hiervan afwijken. Dit betekent, dat via overeenkomst en/of algemene voorwaarden afwijkende afspraken over de hoogte van het bedrag aan incassokosten kunnen worden gemaakt. De vraag rijst welk bedrag c.q. percentage aan incassokosten opgenomen kan worden in uw algemene voorwaarden. De wet spreekt over redelijke kosten. In de voorbereidende fase van deze wet heeft de minister bepaald, dat een percentage van 15% niet ongebruikelijk is in de handelspraktijk. Dit percentage wordt in de handelspraktijk inderdaad veel gehanteerd. Ik adviseer u dan ook dit percentage aan incassokosten met uw klant te contracteren al dan niet via uw algemene voorwaarden.
Maar wat nu als u een dergelijke bepaling niet in uw algemene voorwaarden heeft staan en u geen afwijkende afspraken heeft gemaakt voor wat betreft de incassokosten? Het risico bestaat, dat u dan zult terugvallen op de vergoeding uit de staffel van de wet. Het lijkt erop, dat dit de bedoeling van de wetgever is. Wat mij betreft leidt dit tot onwenselijke situaties. Bijvoorbeeld bij een vordering van € 100.000,00 is een debiteur slechts een bedrag van € 1.775,00, dat wil zeggen slechts 1,7% van de totale vordering, aan incassokosten verschuldigd. Te vermeerderen met de wettelijke handelsrente van 8% betekent dit, dat de debiteur in totaal een vergoeding dient te betalen van 9,7%. Het is voor een debiteur duurder om een krediet van € 100.000,00 bij een bank te nemen. De rentevergoeding voor een dergelijk krediet zal bij banken in de regel boven de 10% liggen. U loopt dan ook het risico dat een debiteur zijn leverancierskrediet zal gebruiken om te financieren en dat u dus als bank zult gaan fungeren. Om dit te voorkomen is mijn advies om in ieder geval een goed percentage aan incassokosten in uw algemene voorwaarden op te nemen, bij voorkeur 15%. Dit zal een prikkel zijn voor de debiteur om eerder aan zijn betaalverplichtingen te voldoen.
Bij handelstransacties is de 14 dagen aanmaning niet verplicht. Dit betekent dat u zelf kunt besluiten hoe u het aanmaningentraject zult inrichten. In de regel komt uw debiteur in verzuim te verkeren nadat de overeengekomen betaaltermijn is verstreken. Feitelijk bent u op dat moment al gerechtigd om uw vordering ter incasso over te dragen. Dit zult u echter niet doen, aangezien u op deze manier geen klant meer zult overhouden. Het is gebruikelijk in het handelsverkeer, dat er minimaal één aanmaning wordt verzonden. Mijn advies is om in ieder geval een goede laatste schriftelijke aanmaning te verzenden, waarin duidelijk wordt aangekondigd dat bij het uitblijven van betaling de vordering ter incasso zal worden overgedragen en de debiteur het in uw algemene voorwaarden geregelde percentage aan incassokosten verschuldigd zal worden. Zorgt u er ook voor, dat deze aanmaning uiteindelijk bij de debiteur aankomt.
Het is nog onduidelijk hoe de positie van de crediteur in de handelspraktijk voor wat betreft de incassokosten zal uitpakken. De wet incassokosten bevat veel lacunes. Deze zullen via rechtspraak moeten worden opgevuld. Inmiddels is er vanuit de rechterlijke macht een werkgroep buitengerechtelijke kosten (werkgroep BGK) geformeerd. Deze werkgroep zal een rapport uitbrengen dat aanbevelingen zal bevatten op die onderdelen van de wet waarin de minister onduidelijk is geweest of heeft verzuimd een regeling te treffen. Zo zal naar verwachting ook op de hoogte van de incassokosten in de handelspraktijk een uitspraak worden gedaan. Het rapport van aanbevelingen is in de loop van volgend jaar te verwachten.