
Terwijl de inflatie in het eurogebied geleidelijk richting de gewenste 2 procent beweegt, blijft de inflatie in Nederland hardnekkig hoger dan verwacht. De Europese Centrale Bank (ECB) richt zich op de gemiddelde inflatie binnen de eurozone en zal daarom weinig ondernemen om specifiek de Nederlandse inflatie te verlagen. Tegelijkertijd kan de overheid via belastingen en uitgaven zelf invloed uitoefenen op inflatie. Daarom is het essentieel dat beleidsmakers deze effecten meewegen in hun besluitvorming. Een nieuwe analyse van De Nederlandse Bank (DNB) toont aan dat de impact van overheidsmaatregelen op inflatie sterk afhankelijk is van de economische situatie en de aard van het beleid.
Nederlandse inflatie blijft hoog
In 2024 bedroeg de inflatie in Nederland 3,2 procent, wat zowel boven de doelstelling van 2 procent voor prijsstabiliteit in de eurozone lag als boven het gemiddelde inflatieniveau binnen de eurozone van 2,4 procent. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren voortzet. Hoewel Nederland momenteel economisch sterk genoeg is om een tijdelijk hogere inflatie op te vangen, mag dit geen structureel fenomeen worden. Langdurig verhoogde inflatie kan namelijk de inflatieverwachtingen aanwakkeren, wat leidt tot hogere looneisen en stijgende prijzen. Dit kan op termijn de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven onder druk zetten. Het is daarom van belang te voorkomen dat inflatieverwachtingen zich in de economie verankeren.
ECB richt zich op gemiddelde inflatie in de eurozone
Het Europese monetaire beleid biedt beperkte mogelijkheden om de relatief hoge inflatie in Nederland terug te dringen. De ECB hanteert een beleid gericht op de gemiddelde inflatie in de eurozone, die naar verwachting vanaf dit jaar rond de doelstelling van 2 procent ligt. Hierdoor is nationale samenwerking noodzakelijk om de inflatie te verlagen. Zowel sociale partners als de overheid spelen hierin een belangrijke rol. Loon- en winstontwikkelingen beïnvloeden de binnenlandse inflatie, terwijl belastingmaatregelen en overheidsuitgaven eveneens een significante impact hebben.
Effect van begrotingsbeleid varieert per maatregel
Recent onderzoek heeft in kaart gebracht welke overheidsmaatregelen de grootste invloed op inflatie hebben en op welke manier deze effecten optreden. De resultaten laten zien dat het inflatie-effect sterk afhankelijk is van het type maatregel. Zo hebben overheidsuitgaven die de arbeidsmarkt krapper maken, zoals een uitbreiding van werkgelegenheid in de publieke sector, een relatief groot effect op inflatie. Ook stimuleringsmaatregelen die de vraag naar binnenlandse goederen vergroten, zoals verhoogde materiële overheidsconsumptie, leiden tot een stijging van de inflatie. Aan de andere kant hebben inkomensoverdrachten, zoals sociale uitkeringen, een gematigder effect doordat een deel ervan wordt gespaard. Investeringen veroorzaken een relatief beperkte inflatiedruk, aangezien ze voor een groot deel uit importen bestaan en bovendien de productiecapaciteit verhogen, wat juist een remmend effect op inflatie kan hebben.
Aan de belastingzijde valt vooral de invloed van indirecte belastingen, zoals btw en accijnzen, op. Deze belastingen hebben een direct en aanzienlijk effect op de consumentenprijzen. Directe belastingen, zoals loonbelasting, hebben een gematigder invloed op inflatie. Dit komt doordat twee tegengestelde krachten inwerken: enerzijds verlagen lagere loonbelastingen de productiekosten, wat prijsdalingen bevordert, maar anderzijds verhogen ze het besteedbaar inkomen, wat de consumptie en daarmee de inflatie juist stimuleert.
Sterkere inflatie-effecten bij economische krapte
Bij de beoordeling van beleidsmaatregelen is het cruciaal om rekening te houden met de verwachte impact op inflatie. Deze analyse sluit aan bij een recente motie in de Tweede Kamer, waarin de regering wordt verzocht om inflatiegevolgen expliciet te betrekken in het financieel-economische beleid. De inzichten bieden handvatten om de inflatie-impact van verschillende beleidsopties beter te kunnen inschatten.
Dit is des te relevanter nu de economie zich in een hoogconjunctuur bevindt, waarin het inflatie-effect van beleidsmaatregelen doorgaans sterker is. Volgens modelberekeningen ligt de inflatie-impact van hogere overheidsuitgaven in deze periode 1,5 tot 2 keer hoger dan onder normale economische omstandigheden. Ook belastingmaatregelen hebben in tijden van economische krapte een grotere invloed op inflatie. Dit komt doordat er beperkte extra productiecapaciteit beschikbaar is om de stijgende vraag naar goederen en diensten op te vangen, wat leidt tot sterkere prijsstijgingen. Door vast te houden aan een trendmatig begrotingsbeleid kan worden voorkomen dat de inflatie verder wordt aangewakkerd. Bovendien helpt dit om buffers op te bouwen in economisch gunstige tijden, die vervolgens kunnen worden ingezet tijdens mindere periodes om economische stabiliteit te waarborgen.
Download: DNB Analyse “Het effect van begrotingsbeleid op inflatie”
Bron: De Nederlandse Bank