Nadat de dagvaarding is betekend en de gedaagde zijn verweer (conclusie van antwoord) heeft ingediend, volgt in het overgrote deel van de gevallen een comparitie van partijen. Wat een comparitie van partijen is en hoe die verloopt, bespreek ik in dit blog.
Een comparitie is een bijeenkomst van partijen bij de rechter. Uitgangspunt is dat de rechter bepaalt dat er een comparitie komt. Mocht de rechter van mening zijn dat de zaak niet geschikt is voor een comparitie, dan kan hij een comparitie achterwege laten (Artikel 131 Rv)
Bij de kantonrechter mag een partij alleen of met een gemachtigde verschijnen. Bij de rechtbank, sector civiel moet een partij op de comparitie verplicht met een advocaat verschijnen (Artikel 87 lid 2 Rv en artikel 88 lid 1 Rv)
Een comparitie kan twee doelen hebben, namelijk (i) de rechter wil nadere inlichtingen van partijen ontvangen en (ii) het beproeven van een minnelijke schikking. Over het algemeen komen beide onderdelen aan bod. Ik heb nog maar één keer meegemaakt dat de rechter alleen maar inlichtingen wenste en geen poging deed een schikking te bereiken.
Als iedereen plaats heeft genomen, zal de rechter vragen wie er allemaal aanwezig zijn. Vervolgens zal hij uitleggen wat de bedoeling is. Als de inhoudelijke behandeling begint, zal de rechter vaak beginnen met het stellen van vragen aan partijen en hun advocaat/gemachtigde. Ook is er ruimte voor discussie. Op enig moment zal de rechter de informatie hebben die hij nodig acht. Meestal wordt dan de vraag gesteld of partijen bereid zijn om alsnog te schikken. Hierbij geeft de rechter aan beide partijen de zwakke(re) punten van hun zaak aan en veelal wordt ook aangegeven dat doorprocederen wel eens tot hele hoge kosten kan leiden. Partijen ervaren vaak dat de rechter veel druk op hun uitoefent om toch te gaan schikken. Dat is vervelend, maar de rechter kan je niet dwingen om te gaan schikken.
Komt een schikking tot stand, dan wordt dat ter plekke vastgelegd in een proces-verbaal. Dit proces-verbaal wordt uitgegeven in executoriale vorm. Dat betekent dat het wordt voorzien van een stempel met de tekst “In naam van de Koning”. Het gevolg hiervan is dat als de wederpartij de schikking niet nakomt, de deurwaarder het proces-verbaal kan betekenen. Daarna kan bijvoorbeeld beslag op de woning van de wederpartij worden gelegd en uiteindelijk kan de woning worden verkocht.
Komt geen schikking tot stand, dan bepaalt de rechter op welke roldatum de zaak weer op de rol zal komen. Op deze rolzitting wordt dan vonnis gewezen of de zaak wordt aangehouden. Helaas komt dat laatste vaak voor. Wordt (eindelijk) vonnis gewezen, dan kan dit een eindvonnis of een tussenvonnis zijn.
Een eindvonnis maakt – de naam zegt het al – een eind aan de procedure. Er wordt een definitieve beslissing gegeven over de vordering. Een tussenvonnis is een vonnis waarbij geen eind wordt gemaakt aan het geding. In een tussenvonnis kan bijvoorbeeld een bewijsopdracht worden gegeven. Het kan ook zijn dat een vonnis deels eindvonnis en deels tussenvonnis is.
Bron: De Bloggende Advocaat