In juli meeste faillissementen sinds het begin van de crisis.

Het aantal faillissementen is in het derde kwartaal van 2012 wederom gestegen. In totaal gingen er 23 procent meer bedrijven failliet dan in dezelfde periode vorig jaar. Alle provincies kampten met meer faillissementen. In Zuid-Holland en Zeeland was de stijging het minst. In de maand juli steeg het aantal faillissementen met 57 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, de hoogste stijging in vijf jaar. Dit blijkt uit onderzoek naar faillissementen in het Nederlandse bedrijfsleven door Dun & Bradstreet.

In totaal werden er in het derde kwartaal 2.084 faillissementen uitgesproken, een stijging van 23 procent ten opzichte van 2011. In de nutssector en in de landbouw gingen twee keer zoveel bedrijven over de kop als in Q3 van 2011, op de voet gevolgd door de transportsector, de horeca en de bouwsector. Jan Willem de Vries, algemeen directeur van Dun & Bradstreet: ‘Dat het slecht gaat in de transport en in de bouwsector weten we al langer. Pas wanneer de vastgoedmarkt weer aantrekt, zullen we een daling van de faillissementen in de bouw kunnen waarnemen. Bij nutsbedrijven is de stijging mogelijk te wijten aan de trend van prijsvechters op deze markt. Veel kleine bedrijven treden toe tot de nutssector, maar kunnen niet altijd staande blijven tussen de grote monopolisten.’

Stijging faillissementen in alle provincies

In de provincies Zuid Holland en Zeeland steeg het aantal faillissementen zeer licht met respectievelijk +1 procent en +2 procent. In alle andere provincies steeg het aantal bedrijven dat bankroet ging ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar met meer dan 10%. Drenthe (+99 procent) Friesland(+74 procent) en Overijssel (+73 procent) kampen met de grootste stijging. Hieronder een overzicht van de ontwikkeling per provincie in het derde kwartaal, ten opzichte van 2011:

1. Drenthe (+99 procent)
2. Friesland (+74 procent)
3. Overijssel (+73 procent)
4. Groningen (+43 procent)
5. Noord-Holland (+26 procent)
6. Limburg (+24 procent)
7. Flevoland (+17 procent)
8. Gelderland (+16 procent)
9. Noord-Brabant (+12 procent)
10. Utrecht (+10 procent)
11. Zeeland (+2 procent)
12. Zuid-Holland (+ 1 procent)

 

Bron: www.creditexpo.nl