Zowel het Nederlandse als het Europese werkloosheidspercentage daalt de laatste maanden niet meer. Het gemiddelde werkloosheidspercentage van de EU-landen staat vanaf mei 2019 op 6,3, het Nederlandse percentage bedraagt vanaf augustus 3,5. Nederland hoort daarmee tot de 6 EU-landen met de laagste werkloosheid. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
In het voorjaar van 2019 werd in Nederland de laagste werkloosheid gemeten sinds de start van de crisis in 2008. In maart tot en met mei was 3,3 procent van de beroepsbevolking werkloos. Vanaf juni is dit percentage licht gestegen naar 3,5 in augustus. Daarna bleef de werkloosheid gelijk. Deze afvlakking is ook zichtbaar in de EU-28. De gemiddelde werkloosheid in de EU bedraagt vanaf mei 2019 6,3 procent.
Voor de EU zijn de werkloosheidcijfers bekend tot en met oktober 2019. Voor Nederland zijn cijfers beschikbaar tot en met november 2019.
Het werkloosheidspercentage loopt sterk uiteen in de 28 landen van de Europese Unie. Het hoogst was de werkloosheid in Griekenland en Spanje, waar respectievelijk 16,8 procent en 14,2 procent van de beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar werkloos was. Met een werkloosheidspercentage van 3,5 behoort Nederland tot de 6 landen met de laagste werkloosheid. Alleen in Malta, Polen, Duitsland en Tsjechië was de werkloosheid lager. In Hongarije was de werkloosheid even hoog.
Vanaf mei is het werkloosheidspercentage gedaald in 12 van de 28 EU-landen. In 8 landen was er een stijging, in evenveel landen bleef het percentage gelijk. Net als in Nederland is ook in de 5 andere landen met de laagste werkloosheid het percentage in het afgelopen half jaar vrijwel niet meer veranderd. Zo is het werkloosheidspercentage in Duitsland al sinds mei 3,1 en ook in Tsjechië (2,2) is de daling van het werkloosheidspercentage tot stilstand gekomen.
Werkloosheid wordt bepaald volgens de definitie van de ILO (International Labour Organization). Iemand is werkloos die geen betaald werk heeft, daar wel recent naar heeft gezocht en daarvoor ook direct beschikbaar is. Het werkloosheidspercentage wordt bepaald door het aantal werklozen af te zetten tegen de beroepsbevolking in de leeftijd van 15 tot 75 jaar. De beroepsbevolking bestaat uit alle werkenden (alle personen die betaald werk hebben) en alle werklozen.
Bron: CBS