Curatoren die in faillissementen mogelijke onregelmatigheden vaststellen, moeten die verplicht melden bij de rechter-commissaris.
Vervolgens kan er melding of aangifte van de fraude volgen. Dit blijkt uit een wetsvoorstel waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De maatregel versterkt de positie van de curator.
Straks krijgt de curator naast zijn kerntaak – vereffening van de failliete boedel ten bate van gezamenlijke schuldeisers – een wettelijke taak bij de fraudesignalering. In de praktijk stuit een faillissementscurator vaak als eerste op gaten in de administratie of het ontbreken van goederen uit de boedel. Door hem meer ruimte te geven om in die gevallen actie te ondernemen, wordt de aanpak van faillissementsfraude effectiever.
Daartoe dient de curator wel de nodige informatie te krijgen van de failliete boedel. De huidige informatie- en medewerkingsverplichtingen worden dan ook aangescherpt en verduidelijkt. Zo moet de curator bijvoorbeeld worden ingelicht over eventuele buitenlandse vermogensbestanddelen, zoals banktegoeden en onroerend goed, en moet hem medewerking worden verleend om daarover de beschikking te krijgen.
De regeling vloeit voort uit het wetgevingsprogramma herijking van het faillissementsrecht, waarvan verbetering van de bestrijding van faillissementsfraude één van de pijlers is. De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden.
De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Bron: Rijksoverheid.nl