In april daalt de CMI voor het eerst in drie maanden. Vooral de indices van de ongunstige factoren zijn negatief gestemd tot zelfs onder de groeigrens van 50 (van 50,7 naar 49,7). Deze maand zien we ook een flinke daling in de gunstige factoren van 60,2 naar 56,1.

Wat opvalt is dat het aantal klachten is toegenomen maar vooral ook dat het aantal zaken dat naar een incassopartner is doorgezet fors hoger is dan in de maanden ervoor. Opvallend zijn de indices die weergeven hoe het is gesteld met het debiteuren-saldo. De ontvangsten zijn hoger dan de vorige maand en het vervallen saldo is verbeterd.

Hiermee heeft de Nederlandse credit manager grip op de zaak. De externe omgevings-factoren zijn echter dusdanig slecht dat het gevaar van wanbetaling op de loer ligt. Meer faillissementen, lagere omzet en een verslechterde positie in uitstaande kredietlimiet. Daarmee neemt de gezondheid en potentie van de klanten portefeuille af en dat is een ongunstig teken.

De gecombineerde Nederlandse index voor april 2012 komt uit op 52,2 (een uitkomst hoger dan 50 indiceert een groeiende economie, lager dan 50 indiceert een krimpende economie), met deze uitkomst zet de negatieve trend die in de afgelopen maanden bij de ongunstige factoren al was ingezet nu integraal door.

Het gegeven dat de CMI nog boven de 50 staat impliceert een groeiende economie, dit staat in tegenstelling tot de cijfers van het CBS. Echter zoals eerder aangetoond loopt de CMI vaak een aantal maanden voor. In dit geval zijn de voortekenen minder gunstig dan vorig jaar rond dezelfde tijd, het verval in mei 2011 begon vanuit een betere positie. Mocht het huidige verval doorzetten dan krijgen we te maken met een zeer sterke negatieve trend tegen het einde van het 2e kwartaal van 2012.

Te zien is dat ook de onderliggende gunstige factoren zoals totaal omzet en uitstaande verstrekte kredietlimiet respectievelijk op 51,4 en 48,5 staan. Hiermee neemt de omzet af maar ook de potentie om deze op verantwoorde wijze bij bestaande klanten te kunnen laten groeien. De gunstige factoren dalen als geheel van 60,2 naar 56,1. De ongunstige factoren laten overall wederom een daling zien van 50,7 naar 49,7.

De oorzaak in deze daling kan worden gevonden in een toename van het aantal kredietafwijzingen, een flinke toename in het aantal klachten, een toename in het aantal zaken naar 3e partijen en in faillissementen en WSNP dat uiteindelijk afschrijvingen tot gevolg zal hebben. Deze indicatoren onder-strepen de gevoeligheid van de Nederlandse economie en de problemen die dat met zich meebrengt, de credit manager kan nog steeds niet opgelucht adem halen, het lijkt erop dat ook de CMI afstevent op krimp.

De Credit Managers’ Index, deze maand voor de zestiende keer uitgegeven in Nederland, wordt samengesteld aan de hand van tien indicatoren die door een representatieve groep credit managers maandelijks wordt ingegeven. De Credit Managers’ Index (CMI) is naast de Inkopers index (PMI) in de Verenigde Staten al sinds 2003 een belangrijk indexcijfer waarmee economische trends kunnen worden waargenomen.

In dit geval vanuit credit management optiek waarbij indicatoren als omzet, nieuwe klanten, verstrekte kredietlimiet, geïncasseerd bedrag, kredietafwijzingen, vorderingen naar 3e partijen, klachten, vervallen saldo, afschrijvingen en faillissementen aan de basis staan voor het bepalen van het indexcijfer. De gecombineerde uitkomst geeft aan hoe positief of negatief de Nederlandse credit manager ten aanzien van deze factoren is.

Het volledige rapport van deze Credit Managers’ Index inclusief tabellen is op te vragen via: www.cm-benchmark.nl . U kunt zich daar ook aanmelden voor deelname.

Bron: www.creditexpo.nl