De Russische inval in Oekraïne brengt naast veel leed, ook onzekerheid met zich mee. Het belangrijkste economische gevolg voor Nederland is op dit moment een nog hogere energieprijs. Andere mogelijke effecten – op handel, financiële markten en (via vertrouwenseffecten) op investeringen en consumptie – zijn op dit moment nog beperkt. De extra stijging van de energieprijzen komt bovenop een toch al forse inflatie, mede als gevolg van de economische schokken van de coronapandemie. Het Centraal Planbureau (CPB) raamt in het vandaag gepubliceerde Centraal Economisch Plan (CEP) de inflatie in 2022 op 5,2%. Om de gevoeligheid te illustreren is ook berekend wat het gevolg is als de energieprijzen langere tijd hoog blijven, en ook als ze deze zomer terugkeren naar het niveau van 2019. De inflatie in 2022 bedraagt in die varianten respectievelijk 6,0% en 3,0%.
De stijgende energieprijzen hebben hun weerslag op de statische koopkracht. In de basisraming daalt de koopkracht in 2022 in doorsnee met 2,7%, in de hoge variant met 3,4%, in de lage met 0,6%. Daarbij dient wel bedacht te worden dat de mate waarin de energieprijzen per huishouden worden ervaren, sterk zal verschillen. CPB-Directeur Pieter Hasekamp: “We gaan er vanuit dat iedereen de hogere energierekening vroeger of later in zijn of haar portemonnee zal voelen. Maar of het een tik of een dreun is, hangt af van het aandeel van de energiekosten in het besteedbaar inkomen. Ik maak me wel echt zorgen over mensen met lagere inkomens, zeker als die in een slecht geïsoleerd huis wonen. Dat soort effecten zijn niet zichtbaar in de standaard koopkrachtplaatjes.”
Het CPB raamt verder dat de binnenlandse productie blijft toenemen. De economie groeit in 2022 met 3,6% en in 2023 met 1,7%, de consumptie en de uitvoer leveren de grootste bijdrage. De groei wordt de komende jaren ook aangejaagd door de extra bestedingen uit het coalitieakkoord. De arbeidsmarkt blijft krap, de werkloosheid loopt slechts licht op tot 4,3% in 2023.
Het CEP bevat ook een verkenning van de budgettaire en economische ontwikkeling tot 2030. Die laat onder meer zien dat de koopkrachtontwikkeling over de gehele kabinetsperiode (2022-2025) licht positief is, doordat de loongroei in de jaren na 2022 de inflatie overtreft. De verkenning laat ook zien dat de extra uitgaven uit het coalitieakkoord vooral na 2025 in de overheidsfinanciën zichtbaar worden, bovenop het effect van de vergrijzing. Het overheidstekort loopt op tot 3,5% bbp in 2030, de staatsschuld stijgt tussen 2025 en 2030 met zo’n 8%-punt tot 61% bbp.
Bron: CPB
- Bekijk hier de uitleg over de Maartraming op Youtube