De Nederlandse economische groei valt terug door een afzwakking van de mondiale groei en in mindere mate door de stikstof- en PFAS-problematiek. De werkloosheid bereikt haar laagste punt in 2019, maar blijft volgend jaar nog steeds uitzonderlijk laag. Door de krapte op de arbeidsmarkt loopt de contractloonstijging op. De inflatie stijgt volgend jaar minder hard doordat het effect van de verhoging van de indirecte belastingen van vorig jaar wegvalt. Het overschot op de begroting wordt kleiner door expansief beleid en zwakkere groei, maar de daling wordt gedempt door aanzienlijke onderuitputting. Het Amerikaanse handelsbeleid en de Brexit blijven dit en volgend jaar de belangrijkste risico’s voor de Nederlandse economie. Een binnenlands risico is de stikstof- en PFAS-problematiek.

 

Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in de zojuist gepubliceerde decemberraming. Laura van Geest, directeur CPB: “De economie gaat naar een lager toerental, maar vergeleken met de eurozone doet Nederland het nog steeds goed. De stikstof en PFAS-problematiek heeft zeker gevolgen voor de geraakte sectoren, maar voor Nederland als geheel is het effect op korte termijn beperkt.”

Kerncijfers voor de Nederlandse economie 2018 2019 2020
Bbp-groei valt terug, tot onder standaard tempo 2,6 1,7 1,3
Werkloosheid blijft laag 3,8 3,4 3,6
Inflatie na belastingeffect in 2019 terug op gematigd niveau 1,6 2,7 1,4
Cao-loonstijging in de lift 2,0 2,5 2,8
Koopkrachtstijging loopt op 0,1 1,0 2,1
Overschot op overheidsbegroting loopt terug 1,5 1,4 0,8

De koopkracht ontwikkelt zich volgend jaar positief door de stijging van de reële lonen en lastenverlichtingen. In doorsnee neemt de koopkracht volgend jaar met 2,1% toe. Als gevolg van de aangekondigde vrijstellingsregeling voor fondsen met een dekkingsgraad van minimaal 90%, wordt voor de meeste pensioenfondsen het doorvoeren van kortingen en premieverhogingen uitgesteld tot 2021. De koopkrachtstijging van gepensioneerden komt volgend jaar op 1,0% uit. Hoewel gepensioneerden voordeel hebben van de lastenverlichtingen, krijgen ze nauwelijks indexatie over hun aanvullende pensioen.

 

Het begrotingsoverschot loopt volgend jaar terug door expansief beleid en zwakkere groei. Tegelijkertijd is de begroting dit en volgend jaar minder expansief dan beoogd. Vanwege een krappe arbeidsmarkt, de stikstof- en PFAS-problematiek en in het licht van de informatie in de Najaarsnota, is in deze raming 4 mld euro onderuitputting voorzien voor dit jaar en 3 mld euro voor volgend jaar.

 

Bron: CPB

Gerelateerd nieuws

CPB: “Zorgen om morgen – vergrijzingsstudie 2019