Er zijn relatief weinig werknemers die worden geraakt door automatisering: na vijf jaar verlaat ongeveer 8 procent het bedrijf als gevolg daarvan. Ongeveer 9 procent van de werknemers werkt in een bedrijf dat flink investeert in automatisering, zoals robots. Dit blijkt uit het zojuist verschenen onderzoek “Automatic Reaction: What Happens to Workers at Firms that Automate?” (PDF, Engelstalig, 62 pagina’s), van het Centraal Planbureau (CPB), de Universiteit Utrecht, en Boston University. Het is de eerste keer dat de effecten van automatisering op individuele werknemers is onderzocht.
Werknemers die hun baan verliezen door automatisering, ervaren een verlies in inkomen van ongeveer de helft van één bruto jaarloon in vijf jaar. Zij vinden vaak wel een andere baan tegen hetzelfde loon, maar door een periode van werkloosheid hebben zij minder inkomen. Dat werknemers uiteindelijk weer werk vinden, komt doordat automatisering leidt tot een groei van banen elders. Het is dus niet zo dat automatisering per saldo tot baanvernietiging leidt, zoals vaak wordt gedacht.
Technologische ontwikkelingen zoals robots en artificiële intelligentie zorgen voor een toenemende automatisering van taken. Dit zijn ook steeds vaker taken die voorheen alleen door mensen konden worden uitgevoerd, zoals het lezen van MRI-scans voor het diagnosticeren van ziektes, of autorijden. Hierdoor ontstaan bij onderzoekers en beleidsmakers zorgen over baanonzekerheid als gevolg van automatisering. Om een beter beeld te krijgen van de mogelijke gevolgen van nieuwe technologie en om opties voor beleid te verkennen, is het belangrijk om te weten hoe automatisering individuele werknemers raakt. In dit onderzoek presenteren wij de eerste schattingen van de economische kosten van automatisering voor werknemers die werken in de bedrijven waar automatisering plaatsvindt.
In onze empirische analyse maken we gebruik van microdata over bedrijven en hun werknemers over de periode 2000 – 2016. We volgen werknemers tot vier jaar nadat hun bedrijf automatiseert, en kijken naar de effecten op de kans dat zij het bedrijf verlaten, naar hun loon en hoe ze het eventuele loonverlies opvangen.
We vinden dat werknemers die al minimaal drie jaar werken bij het bedrijf dat automatiseert, na vijf jaar een 24% hogere kans hebben om bij hun werkgever te vertrekken als gevolg van automatisering. Dit gaat gepaard met een totaal inkomensverlies van 8% van het jaarlijks inkomen na vijf jaar. Mensen vangen het inkomensverlies deels op met uitkeringen, waarbij de WW de belangrijkste rol speelt. Oudere werknemers die vertrekken, gaan vaker met vroegpensioen.
We onderzoeken ook de groep werknemers die pas één of twee jaar bij het bedrijf werkt dat automatiseert. Deze groep is jonger en verdient minder dan de mensen die al langer bij het bedrijf werken. Hun kans om te vertrekken neemt minder toe (7%) en zij verliezen geen inkomen. Een mogelijke verklaring is dat deze groep minder bedrijfsspecifieke kennis heeft opgebouwd en daardoor gemakkelijker een transitie naar nieuw werk kan maken.
Onze resultaten betekenen niet dat automatisering per saldo tot baanvernietiging leidt. De literatuur laat al zien dat automatisering kan leiden tot een toename van de werkgelegenheid op het niveau van de hele economie, zolang de productiviteit maar genoeg toeneemt. Het is dus goed mogelijk dat de directe effecten op baanverlies die wij hier observeren, op een andere plek in de economie, mogelijk zelfs deels in dezelfde sector, worden gecompenseerd met baancreatie.
Bron: CPB