In de periode 2002-2012 is het aandeel huishoudens met een betaalrisico fors toegenomen tot 13%. Vooral in de huursector heeft een groot aandeel huishoudens te weinig inkomen om de huur en de minimale uitgaven voor het levensonderhoud (zoals het Nibud die heeft vastgesteld) te betalen.

De huur vormt bij deze huishoudens een zeer groot deel van het huishoudbudget. Dit blijkt uit onderzoek door het Planbureau voor de Leefomgeving. Mede hierdoor wordt wel eens gedacht dat corporaties een bijdrage zouden kunnen leveren aan het beperken van betaalrisico’s. In het onderzoek is de financiële continuïteit van corporaties als uitgangspunt genomen. Dit is gedaan aan de hand van de ratio’s die de financiële toezichthouders hanteren.

Corporaties beperkte invloed op betaalrisico’s

Het onderzoek toont aan dat corporaties via het huurbeleid nauwelijks invloed kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van de betaalrisico’s bij huishoudens. Zelfs als wordt afgezien van huurstijgingen bij alle zittende huurders, daalt het aandeel huishoudens met een betaalrisico slechts in beperkte mate. Flevoland vormt hierop een uitzondering doordat hier relatief veel jongeren met een betaalrisico wonen. Door een hogere verwachte inkomensontwikkeling bij jongeren leidt het afzien van huurprijsstijgingen in deze regio, meer dan in andere regio’s, tot een iets sterkere daling van de betaalrisico’s.

Het beperkte effect van het huurbeleid op de betaalrisico’s wordt in belangrijke mate veroorzaakt door het feit dat lagere huren een voordeel opleveren voor alle huurders en niet alleen voor huurders met betaalrisico’s.

Klik hier voor de beleidsnotitie Corporaties en betaalrisico’s van huurders (PDF)

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (www.pbl.nl)