Zojuist heeft het kabinet het wetsvoorstel waarin de coronamaatregelen worden vastgelegd ingediend bij de Tweede Kamer. Deze tijdelijke wet gaat straks de noodverordeningen vervangen waarin de maatregelen op dit moment zijn vastgelegd. De wet geldt in principe een halfjaar, met de mogelijkheid haar eerder buiten werking te stellen of met telkens drie maanden te verlengen.
Met deze aangekondigde nieuwe wet komen ministers De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) en Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer en de Raad van State om de juridische basis van de coronamaatregelen beter te regelen. Noodverordeningen zijn bedoeld voor een acute crisis van beperkte duur, terwijl sommige maatregelen, zoals de anderhalve meter afstand, voorlopig nog nodig blijven. Het kabinet krijgt met deze wet geen extra of andere bevoegdheden. Het parlement krijgt die wel. Nieuwe maatregelen moet het kabinet straks eerst voorleggen aan de Tweede Kamer. Ook de gemeenteraden krijgen meer mogelijkheden om een controlerende rol te spelen.
Allerlei maatschappelijke organisaties, zoals de Raad voor de Rechtspraak en de Autoriteit Persoonsgegevens, hebben meegekeken en geadviseerd over hoe de nieuwe wet eruit moet komen te zien. Ook de Raad van State heeft advies uitgebracht. Al die opmerkingen en adviezen zijn zo goed als mogelijk verwerkt. Het wetsvoorstel lijkt dus niet meer op het eerste concept dat in consultatie is gegaan. En aan zorgen is tegemoet gekomen. Zo is handhaving bij mensen thuis niet aan de orde. En is expliciet opgenomen dat coronaboetes niet leiden tot een weigering van de VOG.
Het is nu aan de Tweede Kamer wanneer zij het wetsvoorstel behandelen. Daarna gaat het voorstel nog naar de Eerste Kamer voordat de wet in werking kan treden.
Bron: Rijksoverheid