De rijksoverheid heeft in 2022 € 15 miljard uitgegeven aan bestrijding van de coronacrisis. Dat is lager dan de € 33 miljard die in 2021 werd uitgegeven. In totaal komen de uitgaven aan coronacrisismaatregelen van 2020, 2021 en 2022 plus de nog te verwachten uitgaven in 2023 uit op € 82,9 miljard.
Dit blijkt uit de jongste editie van de Coronarekening, waarin de Algemene Rekenkamer sinds het begin van de pandemie begrote en gerealiseerde uitgaven bijhoudt in een dashboard. Deze achtste editie is gepubliceerd op Verantwoordingsdag 17 mei 2023.
Oorzaak van de lagere uitgaven is onder meer de beëindiging van coronacrisismaatregelen voor het bedrijfsleven zoals NOW en TVL. Maar ook het Ministerie van VWS besteedde minder. Door aangepast beleid in 2022 was er minder vraag naar testen door de GGD en werd de capaciteit van de GGD’en en veiligheidsregio’s afgeschaald. Aan het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) werd juist meer uitgegeven dan in 2021.
De ministeries van OCW, SZW, VWS en EZK gaven in 2022 het meest uit aan coronacrisismaatregelen. Bij het Ministerie van OCW (€ 4,0 miljard) is het NP Onderwijs de grootste post. Bij het Ministerie van VWS (€ 3,9 miljard) gaat het grotendeels om maatregelen voor de bestrijding van de pandemie. Bij het Ministerie van EZK (€ 3,7 miljard) en het Ministerie van SZW (€ 1,8 miljard) gaat het hoofdzakelijk om steun voor bedrijven.
Ten opzichte van 2021 was er naast enkele verschuivingen in de uitgaven ook een ander beeld bij de ontvangsten. Dit komt door terugbetalingen vanuit de definitieve vaststelling van maatregelen zoals de NOW (€ 4,0 miljard) en TVL (€ 276 miljoen).
Het kabinet heeft verschillende evaluaties gepland die de komende jaren antwoord geven op de vraag of de coronacrisismaatregelen doelmatig en doeltreffend waren.
Bron: Algemene Rekenkamer