Tegenover de stijgende kasuitgaven stonden dalende kasinkomsten. Door lagere belastinginkomsten, verreweg de belangrijkste inkomstenbron van het Rijk, namen de kasinkomsten in vergelijking met 2019 met 9 miljard euro af. Gerekend vanaf het begin van de coronacrisis begin maart, bedroeg de daling 12 miljard euro. De belastinginkomsten namen vooral in de periode april tot en met juli flink af. Dit kwam met name doordat bedrijven bepaalde belastingen uitgesteld mogen betalen in verband met de coronacrisis. In combinatie met afgenomen bedrijvigheid in sommige sectoren, zoals bijvoorbeeld de horeca, leidde dit tot een minder gevulde schatkist.
Vanaf augustus kennen de belastinginkomsten echter weer een licht stijgende trend, mede doordat sommige bedrijven naast de reguliere betalingen ook de uitgestelde belastingen over de voorgaande maanden hebben betaald. Over heel 2020 had de vennootschapsbelasting met een daling van bijna 5 miljard euro het grootste aandeel in de lagere kasinkomsten. Hier speelt mee dat naast de uitstelregeling bedrijven ook de mogelijkheid werd geboden om de voorlopige aanslag over 2020 te verlagen.
Schuld Rijksoverheid met 42 miljard euro toegenomen
De extra uitgaven en dalende inkomsten zorgden voor een toename van de schuld van de Rijksoverheid. Waar de schuld de afgelopen jaren gestaag afnam, liep deze in 2020 met 42 miljard euro op tot 379 miljard euro. Gerekend van het begin van de coronacrisis eind februari nam de schuld zelfs met 55 miljard euro toe. De schuld van het Rijk lag eind 2020 nog wel onder de piek van begin 2015, toen deze rond de 400 miljard euro bedroeg.
Net als tijdens de financiële crisis van 2008 financierde het Rijk de extra uitgaven voor een groot deel met kortlopende schulden. Dit zijn schulden met een initiële looptijd korter dan één jaar. Deze namen in de periode maart tot en met juli met 43 miljard euro toe. Sindsdien financiert het Rijk zijn tekorten weer voornamelijk met langlopende schulden.
Bron: CBS