Digitale betalingen winnen aan terrein in het eurogebied, maar contant geld blijft in 2024 het meest gebruikte betaalmiddel aan de kassa. Meer dan vijftig procent van alle transacties wordt nog steeds met contant geld afgehandeld. In Nederland is dit aandeel aanzienlijk lager, met ongeveer één op de vijf betalingen. Dit blijkt uit een grootschalig tweejaarlijks onderzoek naar betaalgedrag van de Europese Centrale Bank (ECB)
Contant geld blijft het favoriete betaalmiddel in veertien van de twintig eurolanden. In Slovenië, Malta, Oostenrijk en Italië wordt meer dan zestig procent van de betalingen contant uitgevoerd. Daarentegen ligt het gebruik van contant geld in Finland en Nederland onder de dertig procent. Twee jaar geleden bleek uit hetzelfde ECB-onderzoek dat 59 procent van de betalingen in eurolanden nog contant was. Sindsdien is het gebruik van contant geld met zeven procentpunt gedaald. Voor Nederland bleef de situatie grotendeels onveranderd.
Nederlanders zijn koplopers in het gebruik van elektronische betaalmethoden aan de kassa. Daarnaast betalen zij vaker dan in andere eurolanden met hun mobiele telefoon: bijna twintig procent van de betalingen verloopt op deze manier. Dit percentage is twee keer zo hoog als in Finland en Ierland, de landen die samen met Nederland de top drie vormen van mobiele betalingen.
Belang van contant geld blijft groot
Ondanks de groei van digitale betaalmethoden vindt een ruime meerderheid van de Europeanen (62 procent) het belangrijk dat winkeliers contant geld blijven accepteren. Van deze groep noemt de helft het zelfs “zeer belangrijk” dat deze optie beschikbaar blijft. Dit sentiment leeft ook in landen zoals België, Luxemburg en Finland, waar elektronisch betalen overheerst. Nederlanders hechten relatief minder waarde aan contante betalingen: 45 procent vindt het belangrijk of zeer belangrijk dat deze mogelijkheid blijft bestaan.
Gemiddeld 59 euro op zak
Gemiddeld hebben Europeanen 59 euro aan contant geld op zak aan het begin van de dag. Nederlanders hebben met 35 euro het minste contant geld bij zich, een daling ten opzichte van de 46 euro in 2022. Nederland bevindt zich hiermee, samen met Finland en Frankrijk, onder de landen waar mensen gemiddeld 50 euro of minder bij zich dragen. Aan de andere kant hebben inwoners van Cyprus en Luxemburg het meeste contant geld bij zich, met gemiddeld 82 euro.
Zorgen over privacy bij digitale betalingen
Voor het eerst onderzocht de ECB hoe mensen tegen privacy bij digitale betalingen aankijken. Digitale betalingen omvatten zowel online transacties als betalingen met pinpassen of mobiele telefoons aan de kassa. Ongeveer zestig procent van de inwoners van het eurogebied maakt zich weleens zorgen over de bescherming van hun privacy bij digitale betalingen. Nederlanders zijn hier het minst bezorgd over: slechts 32 procent geeft aan zich hierover zorgen te maken.
Bron: DNB