Consumenten hebben in mei 12,8 procent minder besteed dan in mei 2019, meldt het CBS. De krimp is kleiner dan in april, maar nog altijd de op een na grootste ooit gemeten. De consumenten gaven vooral minder uit aan diensten. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen groeiden daarentegen.
Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in juli minder ongunstig dan in mei.
De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen.
Consument besteedt vooral minder aan diensten
De uitgaven aan diensten lagen in mei 22,4 procent lager dan een jaar eerder. Diensten betreffen onder meer een bezoek aan restaurant, theater, pretpark, sportschool, voetbalwedstrijd en het gebruik van openbaar vervoer. Maar ook bijvoorbeeld telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen, woondiensten, private lease en koeriersdiensten vallen hieronder. Daaraan gaven consumenten meer uit.
Consumenten hebben 6,3 procent meer besteed aan voedings- en genotmiddelen dan in mei 2019. Aan duurzame goederen werd echter 1,6 procent minder besteed dan een jaar eerder. De daling is wel een stuk kleiner dan in april. Huishoudens kochten vooral minder kleding, schoenen en personenauto’s, maar schaften meer elektrische apparatuur en woninginrichtingsartikelen aan. Aan overige goederen, zoals gas en motorbrandstoffen, hebben ze 7,0 procent minder besteed dan een jaar eerder. Dit komt onder meer doordat consumenten minder motorbrandstoffen hebben getankt.
Drie weken geleden meldde het CBS dat de detailhandel in mei 8,2 procent meer heeft omgezet dan in mei 2019. Dat is de grootste groei in 14 jaar tijd. Het verkoopvolume lag 5,9 procent hoger. Zowel de foodsector als de non-foodsector realiseerde een hogere omzet. Ook deze cijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.
Omstandigheden voor consumptie in juli minder ongunstig dan in mei
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.
Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in juli minder ongunstig dan in mei. Dat komt vooral doordat ondernemers in de industrie minder negatief waren over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun bedrijf. Ook waren consumenten minder negatief over hun financiële situatie in de komende 12 maanden en was de daling jaar op jaar van de beurskoersen kleiner.
Bron: CBS