De consument betaalde in mei 1,7 procent meer voor goederen en diensten dan een jaar eerder, meldt het CBS. In april waren de prijzen van goederen en diensten 1,1 procent hoger dan vorig jaar. De prijsstijging in mei is de hoogste na februari 2017.
De CPI is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.
De consumentenprijsindex (CPI) is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.
Vliegtickets en verblijf in bungalowparken duurder
In mei was de jaar-op-jaarontwikkeling van de consumentenprijzen aanzienlijk hoger dan in april. Dit kwam vooral door de prijsontwikkeling van vliegtickets, een verblijf in een bungalowpark en vakantiereizen naar het buitenland. Rond feestdagen en in schoolvakanties zijn de prijzen van deze diensten hoger doordat meer mensen met vakantie gaan. Dit jaar viel de meivakantie vrijwel volledig in mei, in 2017 viel deze voor het grootste gedeelte in april. Daarnaast viel Pinksteren dit jaar in mei, maar vorig jaar in juni. Een verblijf in een bungalowpark was hierdoor 15 procent duurder dan een jaar eerder.
Ook autobrandstoffen duurder
De prijsstijging van autobrandstoffen had een verhogend effect op de CPI. In mei waren de autobrandstoffen 9,7 procent duurder dan een jaar eerder, terwijl het prijsverschil op jaarbasis in april 2,8 procent was. De prijs van benzine en diesel bereikten in mei 2018 het hoogste niveau in bijna vier jaar. Een liter Euro95 kostte 1,67 euro en de literprijs van diesel was 1,36 euro.
Stijging consumentenprijzen in Nederland even hoog als in de eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).
In mei waren goederen en diensten in Nederland volgens de HICP 1,9 procent duurder dan een jaar eerder. Dat was in april nog 1,0 procent. In de eurozone nam de prijsstijging toe van 1,2 naar 1,9 procent. De laatste keer dat de HICP zo steeg was in september 2013.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
Aprilcijfer bijgesteld
Het CBS heeft de consumentenprijsindex voor dames-, heren- en kinderkleding per april 2018 verhoogd. Uit onderzoek van het CBS bleek dat door de wijziging van de waarnemingsmethode van kleding, de te verwachten gemiddelde jaarmutatie van 2018 ten opzichte van 2017 anders te laag zou uitkomen. De aanpassing van de indexcijfers voor kleding heeft ook invloed op de uitkomst voor de totale CPI. De jaarmutatie van de CPI voor april 2018 is hierdoor uitgekomen op 1,1 procent.
Bron: CBS