Consumentengoederen en -diensten waren in september 2,6 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In augustus betaalde de consument 2,8 procent meer dan vorig jaar.
De consumentenprijsindex (CPI) is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en -diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.
De CPI is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.
Verblijf in bungalowparken drukt consumentenprijzen
De prijsontwikkeling van een verblijf in een bungalowpark had een drukkend effect op de stijging van de consumentenprijzen. Deze prijzen waren in september 2019 vrijwel hetzelfde als in september 2018, terwijl in augustus de prijzen hoger waren dan een jaar eerder. Ook de prijsontwikkelingen van verse groenten en aardappelen hadden een verlagend effect op de stijging van de consumentenprijzen.
Prijsstijging Nederland hoger dan eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).
De goederen en diensten in Nederland waren in september volgens de HICP 2,7 procent duurder dan een jaar eerder, in augustus was dat nog 3,1 procent. De prijsstijging in de eurozone daalde van 1,0 procent in augustus naar 0,9 procent in september. Sinds januari 2019 ligt de HICP van Nederland beduidend hoger dan in de eurozone. Toen zijn in Nederland het lage btw-tarief en de belasting op energie verhoogd.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
Bron: CBS