Consumentengoederen en -diensten waren in oktober 2,7 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In september betaalde de consument 2,6 procent meer dan vorig jaar.
De consumentenprijsindex (CPI) is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.
De CPI is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.
Vliegtickets duurder
De stijging van de consumentenprijzen ten opzichte van een jaar eerder was in oktober groter dan in september. Dit kwam onder andere door de prijsontwikkeling van vliegtickets, waarvan de prijsstijging in oktober hoger was dan in september. Ook de prijsontwikkeling van mobiele telefoons had een verhogend effect op de stijging van de consumentenprijzen. De prijsontwikkelingen van kleding en energie hadden daarentegen een verlagend effect.
Prijsstijging Nederland hoger dan eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).
Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren in oktober volgens de HICP 2,8 procent duurder dan een jaar eerder, in september was dat nog 2,7 procent. De prijsstijging in de eurozone daalde van 0,8 procent in september naar 0,7 procent in oktober. Sinds januari 2019 ligt de HICP van Nederland beduidend hoger dan in de eurozone. Toen zijn in Nederland het lage btw-tarief en de belasting op energie verhoogd.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
Bron: CBS