Nederlandse energieconsumenten beter beschermen, het elektriciteitsnet flexibeler kunnen gebruiken en veilige gegevensuitwisseling tussen netbeheerders, energiemaatschappijen en afnemers beter organiseren: dat zijn een aantal van de belangrijkste doelen van de nieuwe Energiewet. De nieuwe wet legt het fundament voor belangrijke veranderingen in het energiesysteem van Nederland die helpen klimaatverandering tegen te gaan en minder afhankelijk te worden van de import van fossiele brandstoffen. Daarnaast biedt het consumenten, maatschappelijke instellingen en bedrijven meer mogelijkheden om zelf actief deel te nemen aan de energiemarkt.
Minister Jetten: “Nederland zet de knop om: van de manier waarop we onze energie opwekken tot de manier waarop we ons huis verwarmen. Dat vraagt niet alleen een grote verbouwing van ons energiesysteem, maar ook om nieuwe wetgeving die bij dat nieuwe energiesysteem past. Deze nieuwe wet maakt de noodzakelijke versnelling van de energietransitie mogelijk. Ik hoop daarom dat het parlement het wetsvoorstel snel kan behandelen.”
Energietransitie: versnellen
De nieuwe Energiewet vervangt en moderniseert de huidige Gaswet en Elektriciteitswet 1998 en bepaalt de regels voor de veranderingen in de elektriciteits- en gasmarkt en het energiesysteem. De nieuwe wet verheldert en versimpelt bestaande regels en neemt onnodige verschillen tussen regels voor gas en elektriciteit weg. Dat is belangrijk om de energietransitie te versnellen. Veel betrokkenen uit de energiesector en daarbuiten hebben de afgelopen jaren actief bijgedragen aan dit wetsvoorstel, dat ook de uitwerking van een aantal afspraken uit het Klimaatakkoord bevat.
Energiedoelen: meer rechten, meer mogelijkheden
De nieuwe Energiewet biedt meer rechten en bescherming aan onder meer huishoudens, zelfstandigen en kleine bedrijven. Bijvoorbeeld op het gebied van transparante voorwaarden en betere bescherming bij opzegging en facturering van energiecontracten. Ook scherpt de wet de eisen aan waar energieleveranciers aan moeten voldoen. Daarnaast krijgen netbeheerders meer mogelijkheden om problemen met het volle elektriciteitsnet aan te pakken, door slimmer gebruik te mogen maken van de bestaande ruimte op het net. De wet stelt daarnaast nieuwe regels voor het uitwisselen van gegevens, zodat het voor huishoudens en bedrijven eenvoudiger wordt om hun eigen data in te zien of te delen met een dienstverlener zoals een prijsvergelijker of energieverbruiksmanager. Ten slotte, creëert de wet nieuwe mogelijkheden voor mensen en bedrijven om zelf actief te worden op de energiemarkt, bijvoorbeeld via energiegemeenschappen die de door leden geproduceerde elektriciteit verkopen en leveren.
Advies: Raad van State
De Raad van State heeft eerder een advies gegeven over het wetsvoorstel. Minister Jetten is de Raad erkentelijk voor het uitgebreide advies op basis waarvan de (toelichting bij de) wet verbeterd en verhelderd is. De verschillende adviespunten zijn grotendeels opgevolgd, maar niet allemaal. In de brief aan de Tweede Kamer licht de minister toe waarom het kabinet het advies niet op alle onderdelen overneemt. De Raad heeft onder meer geadviseerd om de Elektrciteitsrichtlijn via een apart wetsvoorstel te implementeren en op dit moment af te zien van samenvoeging van de Elektriciteitswet en Gaswet in één wet.
De belangrijkste overweging voor het kabinet om vast te houden aan één wet is het belang om voor de energietransitie noodzakelijke wetgeving niet verder te vertragen en bovendien direct in te kunnen spelen op belangrijke actuele ontwikkelingen in het energiedomein (zoals hoge energieprijzen, faillissementen van leveranciers, netcongestie en uitspraken van het Europese Hof van Justitie). Daarnaast zijn de huidige Elektriciteitswet 1998 en Gaswet verouderd en aan modernisering toe. De ontwikkelingen die de energietransitie beïnvloeden, wisselen elkaar in hoog tempo op. Ook is er veel Europese regelgeving op komst. Dit maakt het belang van een solide basis voor samenhangende wet- en regelgeving voor energie des te groter. Deze nieuwe Energiewet legt deze solide basis.
Bron: Rijksoverheid.nl