De Eerste Kamer heeft veel complimenten gegeven over het advies Opgroeien zonder armoede over de aanpak van armoede onder kinderen. “Dankzij dit advies staat het onderwerp kinderarmoede op de agenda en kunnen we structureel aan de slag om armoede omlaag te brengen”, aldus de Eerste Kamer-commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Een delegatie van de SER, onder leiding van voorzitter Mariëtte Hamer, lichtte het advies toe.

Het advies is op verzoek van de Eerste Kamer tot stand gekomen en daardoor was de belangstelling vanuit de senatoren groot. Liefst 10 leden van de Eerste Kamer van de 6 grootste fracties (VVD, CDA, D66, PVV, SP en PvdA) schoven aan om de presentatie over het advies te horen. Tijdens de vergadering in de Eerste Kamer keurde de Tweede Kamer een belangrijke motie goed om armoede onder kinderen te verminderen. Er wordt een een doelstelling vastgesteld om kinderarmoede structureel te laten dalen, een belangrijk advies uit het SER-rapport.

Armoede onder werkende ouders
Armoede onder kinderen is een hardnekkig probleem. Over een lange periode van meer dan 10 jaar is steeds sprake van 8 à 12 procent van alle kinderen die in armoede opgroeien. Van de kinderen in armoede heeft 60 procent werkende ouders. “Het is zaak om beleidsmatig een stap verder te gaan, zodat we armoede onder kinderen structureel omlaag brengen”, aldus Mariëtte Hamer. “Naast de directe hulp in natura moeten partijen ook iets doen aan de structurele oorzaken, zoals werk, inkomensondersteuning en schulden.” De bestrijding van armoede onder kinderen vraagt om een goede samenwerking tussen verschillende partijen, zoals het Rijk, gemeenten, maatschappelijke organisaties, ouders en onderwijs.”

Op korte termijn zijn al maatregelen mogelijk, aldus het advies. De gezinnen met werkende ouders zijn veelal nog niet bij de gemeenten bekend, omdat ze niet weten dat ze recht hebben op voorzieningen. Schaamte speelt vaak ook een rol. Scholen kunnen een prominentere rol spelen om de kinderen – en daarmee ook de ouders – te bereiken en hulp te bieden. Daarnaast kan door aanpassing van betalingsregimes en toeslagen op de korte termijn al oplossingen worden geboden.

Armoederegisseur

Eén van de adviezen is het aanstellen van een armoederegisseur in iedere gemeente. Deze functie van armoederegisseur moet niet verkeerd begrepen worden. Het gaat om een coördinator, een aanspreekpunt voor scholen, fondsen en andere maatschappelijke organisaties. Niet een persoon die bij arme huishoudens thuis komt, maar juist iemand die een effectief armoedebeleid tot stand kan brengen.

De Eerste Kamer-commissie SZW, toevalligerwijs onder leiding van oud-SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, sprak de wens uit dat de SER het komende kabinetsbeleid in de toekomst ook gaat toetsen. Of zoals de SP-fractie, iniatiefnemer van de adviesaanvraag, het verwoordde: “Nu kinderarmoede in ons land op de agenda staat, is het belangrijk dat het op de agenda blijft. We moeten nu echt wat gaan doen.”

Bron: SER