Het is Code Rood voor de woningmarkt. Met deze noodkreet pleitten wij op Prinsjesdag voor een structurele en gestructureerde aanpak om tot 2030 in Nederland 1 miljoen nieuwe woningen te bouwen. Want de woningmarkt in Nederland staat het water tot aan de lippen. We roepen al een paar jaar dat er in ons land veel te weinig wordt gebouwd en dat we niet eens de bouwachterstand uit de laatste crisis kunnen wegwerken. Als dat nu niet snel en grondig wordt opgepakt, raakt de markt steeds verder in de vicieuze cirkel van dalend woningaanbod en blijvende prijsstijgingen. Dit gaat echt de verkeerde kant op, met alle gevolgen van dien. Een Nationaal Woningbouwplan is noodzakelijk, met een strakke regie van de Rijksoverheid.
Eerder dit jaar heeft de NVM samen met een groot aantal marktpartijen, waaronder Bouwend Nederland, Aedes en de Rijksoverheid de Nationale Woonagenda getekend. Doel daarvan is de nieuwbouwproductie in Nederland flink te bevorderen. Het is buitengewoon jammer dat gemeenten en provincies deze noodzakelijke agenda niet hebben medeondertekend. Daarom wil ik ook dat bij een volgende crisis vooral doorgebouwd wordt. Daarnaast roep ik BZK-minister Kajsa Ollongren op om de regie stevig in handen te nemen en dwingender op te treden. Gemeenten en provincies moeten nu versneld locaties voor nieuwbouw vrijmaken.
De doelstelling van 75.000 nieuwbouwwoningen per jaar wordt op dit moment bij lange na niet gehaald. Er is ook weinig perspectief dat dit volgend jaar wel zal lukken. Met de huidige aanpak gaan we het helaas niet redden. Bij bestuurders en politici moet nu echt het besef ontstaan dat er meer nodig is om te voorkomen dat de woningmarkt straks helemaal vastloopt. Vandaar de roep om een Nationaal Woningbouwplan, waarmee de Rijksoverheid daadwerkelijk de regie pakt op de woningbouwopgave. Hiervoor kunnen – net als in het verleden – uitvoeringsconvenanten worden gesloten met provincies en gemeenten. De Rijksoverheid zou hierbij zelf ook een bijdrage moeten leveren, door mee te investeren in infrastructuur bij uitleglocaties en door de hoge kosten van binnenstedelijke transformaties deels te compenseren.
Dat er te weinig nieuw aanbod van koop- en huurwoningen is, heeft volgens mij nog drie oorzaken. Ten eerste is er geen duidelijke visie waar en hoe op dit moment ontwikkeld en gebouwd moet worden. NVM-nieuwbouwspecialisten denken hierover al jaren constructief mee met projectontwikkelaars en gemeenten, en hoewel er best successen worden geboekt, kan hier absoluut een flink tandje bij. Ook de door de aardbevingen in Groningen ingegeven beslissing om geen gasaansluitingen meer te maken, remt de nieuwbouwproductie. Projecten gaan simpelweg terug naar de tekentafel, omdat in eerdere instantie die gasaansluitingen wel waren voorzien. Een noodzakelijke ingreep natuurlijk, maar het betekent wel allemaal tijdverlies. Tot slot meen ik dat de woningcorporaties in Nederland te zwaar worden belast en daardoor niet toekomen aan investeringen in nieuwbouw. Het geld dat ze uitgeven bestaat in toenemende mate uit belastingen en het geld op hun balans zit in de huizen die ze beheren. Zo blijft er bijna niets over om te investeren in nieuwe sociale huurwoningen.
Bron: Bouwend Nederland, auteur: Ger Jaarsma