Als de Chinese economie blijft sputteren, zal dit naar verwachting gevolgen hebben voor economieën over de hele wereld. Veel Aziatische economieën zijn afhankelijk van de handel met China en zullen waarschijnlijk het hardst worden getroffen, maar ook landen in Europa, Afrika en Latijns-Amerika kunnen te maken krijgen met aanzienlijke gevolgen.

Het Chinese bbp steeg in het derde kwartaal van 2024 met 4,6%, een vertraging ten opzichte van het voorgaande kwartaal en ruim onder de jaarlijkse regeringsdoelstelling van 5%. Het lijkt er nu steeds meer op dat dit doel zonder verder overheidsingrijpen niet gehaald zal worden.

De economische problemen van het land worden gevoed door een langdurige malaise op de vastgoedmarkt, waarbij de prijzen van nieuwe huizen vorige maand in het snelste tempo in tien jaar zijn gedaald. Het consumenten- en ondernemersvertrouwen blijft laag, terwijl de jeugdwerkloosheid zorgwekkend hoog is.

China’s economie voelt ook de gevolgen van diepe maatschappelijke veranderingen; het dalende geboortecijfer en de vergrijzende bevolking versterken het gevoel van stagnatie.

China krijgt de economie maar niet op gang

De ernst van de situatie wordt misschien wel het best geïllustreerd door de reactie van Beijing. In september kondigde de Chinese centrale bank een reeks maatregelen aan die grotendeels gericht waren op monetair beleid. Lagere rentetarieven, goedkopere hypotheken en extra geld voor lokale investeringsprojecten maakten deel uit van het pakket.

Hoewel deze maatregelen aanvankelijk door beleggers werden verwelkomd, vrezen veel economen dat het er te weinig zijn en dat ze te laat komen. Hoewel er op korte termijn misschien wat verlichting is, stellen zij dat het pakket er niet in slaagt om de bredere structurele problemen in de Chinese economie aan te pakken.

De grootste zwakte van de stimuleringsmaatregelen tot nu toe is dat ze weinig zullen doen om de vraag te herstellen. Het consumentenvertrouwen is laag, deels vanwege de financiële klap die veel huishoudens hebben opgelopen door de huizencrisis. Ondanks de versoepeling van de hypotheekrente en de regels voor aanbetalingen blijven consumenten weg van nieuwe woningbouwprojecten. Er zijn positieve stimulansen op microniveau nodig, zoals financiering van onvoltooide projecten. Daarnaast zou het helpen om meer directe fiscale steun aan huishoudens te geven om zo de bestedingen te stimuleren. Er is meer stimulering vanuit de overheidsbegroting aangekondigd, maar het valt te bezien of deze voldoende zal zijn om de vastgoedsector en de binnenlandse vraag te ondersteunen.

Met andere woorden, niemand verwacht een snelle oplossing voor deze aanhoudende China-crisis. Met dat in gedachten worden economieën en sectoren met sterke banden met China geadviseerd om zich schrap te zetten voor de gevolgen.

Aziatische economieën lopen het meeste risico

China is de op één na grootste economie ter wereld. Ze is goed voor ongeveer 10% van de wereldhandel, 16% van het wereldwijde (nominale) bbp en 17% van de wereldwijde vraag naar olie. Geen enkel land is immuun voor de gevolgen van China’s economische problemen.

Maar in de lijst met landen die het meeste risico lopen nemen de economieën in de regio Azië-Pacific de topposities in. In termen van handel zijn regionale buurlanden als Taiwan, Singapore, Australië, Maleisië, Vietnam en Zuid-Korea zeer kwetsbaar. In al deze landen bedraagt de toegevoegde waarde van de export naar China 5%-10% van het bbp.

De sterke opmars van de Chinese economie creëerde een miljoenen burgers omvattende middenklasse en een ongekende vraag naar goederen waar bedrijven in heel Azië van profiteerden. Nu deze middenklasse te maken heeft met een langdurige vertrouwenscrisis zijn de gevolgen voelbaar in de hele regio.

Europa en Afrika hebben reden om ongerust te zijn

De ongerustheid is ook elders voelbaar, zij het om andere redenen. China is bijvoorbeeld de grootste leverancier van buitenlandse kritieke grondstoffen aan de industrie in de EU, waardoor deze kwetsbaar is voor verstoringen van de toeleveringsketens.

Veel van deze kritieke grondstoffen zijn essentieel voor de Europese productie en niet eenvoudig ergens anders vandaan te halen. Het gaat hierbij om microchips, turbineonderdelen, chemicaliën die nodig zijn voor medicijnen en elektrische batterijen, en honderden andere producten.

In 2022 kwam een derde van de kritieke grondstoffen die de EU importeerde uit China. De Europese Centrale Bank (ECB) schrijft in een blog dat een halvering van dat aanbod zou leiden tot een daling van de toegevoegde waarde van de verwerkende industrie met 2% tot 3,1% in vijf EU-economieën. Ondertussen is China de grootste handelspartner van Sub-Sahara-Afrika. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kan een daling van het Chinese bbp met één procentpunt leiden tot een daling van de groei in die regio met gemiddeld 0,25 procentpunt. Afrikaanse landen die olie naar China exporteren, zullen de grootste gevolgen ondervinden.

Gevolgen voor sectoren

Grondstoffen voelen de pijn

De grondstoffensector voelt al enige tijd de gevolgen van China’s vastgoedcrisis en inzakkende productie. Als landen minder bouwen, importeren ze onder andere minder aggregaten, chemicaliën en ijzererts. Industrieën die het moeilijk hebben, hebben minder brandstof en grondstoffen nodig. Rusland, Chili, Zuid-Afrika, Brazilië en Australië, evenals grondstoffen exporterende Aziatische buurlanden als Maleisië en Indonesië hebben waarschijnlijk het meest te verliezen als de Chinese neergang aanhoudt.

Elektrische apparatuur voelt de gevolgen aan twee kanten

Producenten van elektrische goederen worden van twee kanten geraakt. Nu er minder huizen worden gebouwd en gekocht – en consumenten huiverig zijn voor grote uitgaven – zal de export van elektrische goederen naar China onvermijdelijk dalen. “Tegelijkertijd neemt het toeleveringsrisico aanzienlijk toe”, zegt Kyle Kong, specialist voor de ICT-sector bij Atradius. ”De import van grondstoffen voor de productie van elektrische goederen in Europa en Azië kan worden verstoord, omdat de economische vertraging in China daar leidt tot insolventies en een afname van het aantal leveranciers. Een aanhoudende vertraging zou slecht nieuws zijn voor fabrikanten die afhankelijk zijn van componenten uit Chinese fabrieken, en nog erger voor degenen die vervolgens eindproducten terug naar de Chinese markt exporteren.”

Uit onderzoek van de ECB naar de gevolgen van een Chinese vertraging voor vijf EU-economieën, waarbij werd uitgegaan van een halvering van het aanbod, bleek dat de sector elektrische apparatuur te maken zou krijgen met een gemiddelde daling van de toegevoegde waarde van ongeveer 7%.

Machine-industrie valt stil

Vorig jaar waarschuwde de Amerikaanse fabrikant van bouwmachines Caterpillar dat de vraag van Chinese bouwbedrijven slechter was dan aanvankelijk gedacht. Een jaar later is er weinig veranderd. “De malaise in de Chinese vastgoedsector houdt aan, hoewel we nog moeten zien of het recente stimuleringspakket van de overheid effect heeft”, zegt Dimitri Pelckmans, Head of Risk Services België en Luxemburg bij Atradius. ”Als bedrijven niet bouwen, hebben ze geen machines nodig, wat problemen oplevert voor fabrikanten in de VS en Europa.”

Daar komt nog bij dat de Chinese fabrieksactiviteit in september voor de vijfde maand op rij kromp. Dit leidt ertoe dat de investeringen afnemen en daarmee de vraag naar nieuwe productiemachines. Het brengt ook de stroom van onderdelen naar buitenlandse fabrieken in gevaar.

Chemie, basismetalen en elektronica zijn andere sectoren die hard getroffen kunnen worden door een langdurige Chinese groeivertraging.

De wereldwijde impact van China’s strijd

Tegen deze achtergrond vragen veel ondernemers en economen zich af hoe erg het kan worden. Modellen van Oxford Economics suggereren dat in het ergste geval het bbp van landen die nauwe handelsrelaties met China hebben tegen 2026 met 1% zal dalen. Die landen zijn met name Zuid-Korea, Taiwan en Vietnam. In hetzelfde scenario daalt het bbp van grondstoffen exporterende landen als Rusland, Brazilië en Zuid-Afrika met 0,5%. Australië behoort tot een kleine groep landen die met beide risico’s worden geconfronteerd.

Deze gevolgen kunnen worden beperkt door een krachtige beleidsreactie van de Chinese regering, in de vorm van begrotingsmaatregelen als belastingverlaging, subsidies en directe geldoverdrachten. Van een dergelijk stimuleringspakket is vooralsnog geen sprake, maar het onderzoek van de ECB geeft aan dat de ergste wereldwijde gevolgen worden vermeden als Beijing prioriteit geeft aan begrotingsstimulering, naast de eerder aangekondigde monetaire maatregelen.

Op dit moment is het beste beleid voor de met China verbonden economieën om op het beste te hopen, maar zich voor te bereiden op het ergste. Ons eigen onderzoek voorspelt een toename van 23% van het aantal insolventies in de regio Azië-Pacific in 2024, grotendeels als gevolg van de groeivertraging in China.

Landen die voor hun inkomsten minder afhankelijk zijn van de ontwikkelingen in China – waaronder de Verenigde Staten – zullen minder direct worden getroffen. Niettemin betekent de positie van China in het hart van de wereldhandel en de internationale toeleveringsketens dat een terugkeer naar een sterkere groei een welkome impuls zou geven aan de economische vooruitzichten over de hele wereld.

Bron: Atradius

Downloads: