In 2012 werd 1,5 procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder slachtoffer van identiteitsfraude via een betaal- of pinautomaat of via het internet. Dat zijn ruim 200 duizend personen. Het leeuwendeel van de slachtoffers maakt hiervan melding bij de bank, een klein deel ook bij de politie.
Vooral hoger opgeleiden slachtoffer
In 2012 gaf 1,5 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder aan te maken te hebben gehad met identiteitsfraude via elektronische betaalsystemen of het internet. Dit zijn naar schatting ruim 200 duizend personen. Het gaat dan om het kopiëren van een bankpas of creditcard bij een betaal- of pinautomaat (skimming), of het achterhalen van betalingsinformatie via het internet, bijvoorbeeld via een gehackte computer of via een nepwebsite (phishing of pharming). Hoger opgeleiden worden hier twee keer zo vaak slachtoffer van dan lager opgeleiden, en 25- tot 65-jarigen meer dan jongeren en ouderen.
Skimming komt meer voor dan phishing of pharming
Zeven op de tien slachtoffers van identiteitsfraude in 2012 hadden te maken met skimming. Phishing en pharming komen dus beduidend minder voor. De fraude vond acht op de tien keer in Nederland plaats. In een op de tien gevallen gebeurde de fraude terwijl het slachtoffer in het buitenland een betaalpas, creditcard of het internet gebruikte. Bij de overige 10 procent is niet bekend waar de fraude plaatsvond.
Negen op de tien slachtoffers melden identiteitsfraude
Negen op de tien slachtoffers van skimming of phishing maken hiervan melding. Dat doen ze vooral bij de bank of een andere financiële instelling. Minder dan 20 procent heeft de fraude in 2012 gemeld bij de politie. De meldingsbereidheid is onder ouderen meestal iets hoger dan onder jongeren.
Bron: CBS