Eind 2013 stond de Nederlandse overheid garant voor ruim 46 miljard euro aan leningen. Bijna 39 miljard euro van deze schuldgaranties is verstrekt door de Rijksoverheid, de lokale overheid staat voor ruim 7,5 miljard euro garant.
Ruim 20 miljard euro garanties voor exportkredieten
Schuldgaranties zijn overeenkomsten waarbij een garantiegever – de overheid – zich verplicht om een leninggever de schade te vergoeden die hij zou lijden als een leningnemer in gebreke blijft. Het gaat hier vooral om garanties op interbancaire leningen en garanties voor exportkredieten.
De schuldgaranties van het Rijk namen in 2009 toe met bijna 50 miljard euro vanwege verstrekte garanties op interbancaire leningen in het kader van de financiële crisis. In 2013 staat er nog minder dan 10 miljard euro open, eind 2014 loopt deze garantieregeling geheel af.
Meer dan de helft van de garanties is voor exportkredieten. Via de exportkredietverzekering stimuleert de Nederlandse overheid vooral de export van kapitaalgoederen of kapitaalintensieve diensten, zoals scheepsbouw en baggerwerken.
Bij de lokale overheid geven vooral de gemeenten schuldgaranties af. In 2013 is de omvang hiervan opgelopen tot ruim 7,5 miljard euro. Gemeenten geven aan een breed scala van lokale partijen garanties af, vooral voor woningbouw, zoals aan woningcorporaties en (samenwerkingsverbanden van) woningbouwers, maar bijvoorbeeld ook aan zorginstellingen of sportverenigingen.
Garanties leveren Rijk 166 miljoen euro op
Aan garanties kleeft een risico. Als een schuldgarantie wordt ingeroepen moet de overheid een lening overnemen. Hierdoor neemt het overheidstekort en de overheidsschuld toe. In 2013 leverde dit het Rijk een schadepost op van 229 miljoen euro. Daartegenover staat dat het Rijk ook een vergoeding krijgt voor het verstrekken van garanties. Dit was 395 miljoen euro in 2013. Het verstrekken van garanties leverde het Rijk dus netto 166 miljoen euro op in 2013. De totale omvang van de schuldgaranties in 2013 bedraagt 7,2 procent van het bbp.
Bron: CBS