Het aantal huishoudens met een fiscale hypotheekschuld die hoger is dan de waarde van de eigen woning is in 2014 met 84 duizend gedaald tot bijna 1,4 miljoen begin 2015. Dat meldt CBS.
Van de 4,3 miljoen huishoudens met een eigen woning staat nu zo’n 32 procent onder water. Sinds het begin van de economische crisis in 2008 is het aantal huishoudens met een huis onder water alleen maar gestegen. Tot vorig jaar, toen het tij langzaam keerde. Deze kentering is vooral het gevolg van de voorzichtige stijging van de huizenprijzen.
Als het opgebouwde vermogen in spaar- en beleggingshypotheken verrekend wordt, komt het aantal huizen dat onder water staat lager uit. Bij de fiscale hypotheekschuld is geen rekening gehouden met deze opgebouwde tegoeden. Om de hoogte van spaar- en beleggingstegoeden in hypotheken te kunnen bepalen loopt momenteel een onderzoek bij CBS.
Vooral jongere huishoudens met onderwaarde
Van alle eigenwoningbezitters onder de 45 jaar heeft 65 procent een woning met onderwaarde. Vaak is de woning vlak voor de crisis gekocht en is nog niet veel van de hypotheekschuld afgelost. Bij huishoudens tussen 30 en 35 jaar is de waarde van de eigen woning zelfs in 75 procent van de gevallen lager dan de hypotheekschuld. Het zijn voornamelijk deze jongere huishoudens die bij (gedwongen) verkoop van de woning het risico lopen met een restschuld te blijven zitten.
Bij oudere huishoudens speelt dit nauwelijks. Begin 2015 had 45 procent van de 65-plussers met een eigen woning geen hypotheekschuld, had 51 procent overwaarde en was slechts bij 3 procent sprake van onderwaarde.
Huishoudens met een huis onder water vormen een belemmering voor de doorstroming op de woningmarkt. Door de economische crisis is in de periode 2009-2013 de woningmarkt ingestort. Sinds 2014 worden er weer meer woningen verkocht en stijgen ook de prijzen.
Bron: CBS