Volgens de eerste raming van het CBS is de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2013 met 0,1 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Het is het eerste kwartaal met groei na het tweede kwartaal van 2012. Bij de berekening van de kwartaal-op-kwartaalontwikkelingen is gecorrigeerd voor seizoeninvloeden.
Ten opzichte van een jaar eerder:
- krimpt de economie met 0,6 procent
- zijn de investeringen 3,0 procent lager
- is de uitvoer 2,1 procent hoger
- is de consumptie door huishoudens 2,3 procent lager
- zijn er 160 duizend banen minder
Ten opzichte van het derde kwartaal van 2012 kromp de economie met 0,6 procent. Het derde kwartaal van dit jaar kende één werkdag meer dan het derde kwartaal van vorig jaar.
Kleinere krimp investeringen
De investeringen in vaste activa waren in het derde kwartaal 3,0 procent lager dan een jaar eerder. Deze krimp was een stuk kleiner dan in de voorafgaande kwartalen. Onder meer de investeringen in woningen en bedrijfsgebouwen krompen minder dan in eerdere kwartalen. De investeringen in machines en installaties groeiden enigszins, na krimp in de voorafgaande kwartalen.
Lichte groei uitvoer
De uitvoer van goederen en diensten is in het derde kwartaal met 2,1 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. De uitvoer van Nederlands product groeide met 1,3 procent, de wederuitvoer met 2,6 procent. De wederuitvoer groeit al langer, maar de uitvoer van Nederlands product kromp in de voorafgaande twee kwartalen nog. De invoer lag op vrijwel hetzelfde niveau als een jaar eerder.
Zowel de uitvoer van aardgas als die van rubber- en kunststofproducten nam in het derde kwartaal sterk toe. Ook de uitvoer van machines en apparaten groeide. Bij de uitvoer van chemische producten was daarentegen sprake van een krimp.
Verdere afname consumptie
Huishoudens hebben in het derde kwartaal 2,3 procent minder besteed aan goederen en diensten dan een jaar eerder. De consumptie krimpt nu al tweeënhalf jaar achtereen. Net als in eerdere kwartalen gaven huishoudens vooral minder uit aan duurzame goederen zoals auto’s, kleding en meubelen. Ook aan voedingsmiddelen, energie en brandstoffen werd minder uitgegeven.
De consumptie door de overheid kromp met 1,2 procent. Dit is vooral toe te schrijven aan de teruggelopen uitgaven aan het openbaar bestuur. Aan zorg is nog wel meer uitgegeven dan een jaar eerder.
Kleinere krimp bouw
In veel bedrijfstakken werd minder geproduceerd dan een jaar eerder, maar in een aantal was de krimp wel kleiner dan in het tweede kwartaal. Zo kromp de bouw met 2,6 procent, terwijl deze in het tweede kwartaal nog met 5,6 procent was gekrompen. Bij handel, vervoer en horeca verminderde de krimp van 2,8 naar 0,7 procent. Bij de industrie sloeg de krimp om in een zeer lichte groei, waarbij overigens ook de extra werkdag een rol speelde.
De delfstoffenwinning groeide net als in voorgaande kwartalen stevig, met 7,1 procent. Deze groei hing vooral samen met de toegenomen export van aardgas. In de voorafgaande kwartalen groeide vooral het binnenlands verbruik van aardgas, vanwege het relatief koude weer.
Groot banenverlies
In het derde kwartaal van 2013 waren er 160 duizend banen van werknemers minder dan in het overeenkomstige kwartaal van 2012. Dit is een daling van 2,0 procent en tevens het grootste banenverlies sinds het begin van de reeks in 1995. Het verlies is met 31 duizend banen het grootst in de bouwnijverheid. Opvallend in het derde kwartaal is de grote daling bij de zorg, waar het aantal banen in een jaar tijd met 30 duizend afnam. Vooral binnen de kinderopvang en de thuiszorg verdwenen banen.
Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden was het aantal banen 46 duizend lager dan in het tweede kwartaal van 2013. Dit is een daling van 0,6 procent.
Bron: CBS