Door snelle digitale ontwikkelingen verandert de economie. De omvang en effecten daarvan komen met de bestaande meetinstrumenten nog niet altijd goed in beeld. Het CBS stelt met nieuwe tabellen het vizier opnieuw scherp op de Nederlandse economie. Daarmee wordt het aandeel van digitale economische activiteiten in het geheel beter zichtbaar.

Digitalisering

Digitalisering verandert het leven in hoog tempo. We zijn continu bereikbaar en verbonden met de rest van de wereld. Naast het ‘werkelijke leven’ is een virtuele wereld ontstaan, waarin mensen elkaar ontmoeten, communiceren en zaken doen. In die virtuele wereld ontstaan nieuwe businessmodellen en nieuwe vormen van dienstverlening. Traditionele economische rolverdelingen van producent en consument veranderen en daarmee de economie.

Nieuwe economische activiteiten

Het CBS biedt met de reguliere aanbod- en gebruikstabellen een macro-overzicht van de Nederlandse economie. Daarbij wordt het totaal aan goederen en diensten in beeld gebracht. Dat is een continu bewegend veld waarin steeds meer nieuwe activiteiten toetreden. Clouddiensten, platformbemiddeling, digitale data en ‘gratis diensten’ zijn nieuwe economische activiteiten die gemeten zullen moeten worden om goede statistieken te kunnen maken. CBS-onderzoeker Nicky Kuijpers: ‘De meeste digitale activiteiten meten we wel, omdat de inkomsten en uitgaven voorkomen in de gebruikelijke tabellen. Maar als we inzoomen, kunnen we niet scherp zien waar in de economie die digitale activiteiten precies zitten. Er is bijvoorbeeld steeds meer ‘gratis’ dienstverlening. Daar zitten uitgaven aan, maar geen directe inkomsten. Die inkomsten zijn er natuurlijk wel, maar dan in de vorm van digitale data of gerichte advertentieverkoop.’

Gratis diensten

Die ‘gratis diensten’ zijn overigens geen nieuw fenomeen. Denk aan de gratis krant op stations, of de gratis parkeerplaats bij een supermarkt. Het zijn diensten die de consument ergens naartoe bewegen. Er wordt een voorwaarde gecreëerd om geld te verdienen. Kuijpers: ‘Online zien we die digitale ‘gratis diensten’ steeds meer toenemen. Dat wordt een relevant deel van de economie. Digitale data zijn snel groeiende handelswaar in de digitale economie. Ze worden zichtbaar als ze verhandeld en afgerekend worden. Maar data creëren is ook een economische activiteit. Dat gebeurt al als een bedrijf diverse databronnen bij elkaar brengt en daar nieuwe kennis uithaalt.’

Nieuwe tabellenstructuur

Om de omvang en betekenis van digitalisering in de economie beter in beeld te krijgen heeft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in 2019 een nieuwe tabellenstructuur ontworpen: aanbod- en gebruikstabellen voor de digitale economie. Het CBS heeft deze tabellen met financiering van het Europese statistiekbureau Eurostat nu als een van de eerste statistiekbureaus voor de jaren 2018 en 2019 gevuld. Sjoerd Hooijmaaijers: ‘De digitale aanbod- en gebruikstabellen zijn in essentie een herindeling van de reguliere aanbod- en gebruikstabellen. Economische activiteiten van onder andere platformbedrijven, online handelaren en digitale financiële bedrijven hebben nu een eigen zichtbare plaats gekregen in de presentatie van gegevens over de economie.’

Onderscheid tussen platforms

Maar hoe filter je die specifieke activiteiten uit de beschikbare data, hoe maak je zichtbaar wat tot nu toe in de statistieken niet zichtbaar was? ‘We gebruiken veel eigen data van het CBS,’ zegt Kuijpers. ‘In de tabellen maken we bijvoorbeeld onderscheid tussen platforms die een vergoeding vragen en platforms die advertenties tonen. Als gebruikers of aanbieders geen vergoeding betalen voor de bemiddeling, gaan we ervan uit dat het platform data- of advertentie gestuurd is. Om te bepalen of een bedrijf een platform is en of zij dan een vergoeding vragen, gebruiken we antwoorden op enquêtevragen uit een door het CBS gehouden enquête onder online platformen. Voor andere delen worden weer hele andere bronnen gebruikt, zoals de Productiestatistiek en de enquête ICT-gebruik voor bedrijven.‘

Internationale standaard

De digitale economie is een mondiaal fenomeen. Activiteiten, diensten, maar ook goederen gaan steeds makkelijker de hele wereld over. In 2017 heeft de OESO daarom de ‘Informal Advisory Group on Measuring GDP in a Digitalised Economy’ opgestart om meer grip te krijgen op het meten van de digitale economie. Internationale statistiekbureaus zoals het CBS, maar bijvoorbeeld ook centrale banken wereldwijd, werken hieraan mee. Zo werden de richtlijnen voor het maken van digitale aanbod- en gebruikstabellen ‘Guidelines for Supply-Use tables for the Digital Economy (2019)’ ontwikkeld. Het doel van de richtlijnen is om onderzoekers die digitale aanbod- en gebruikstabellen willen maken handvatten te geven zodat de resultaten voor de gebruikers relevant zijn en internationaal volgens dezelfde kaders tot stand komen. Inmiddels is de ‘Advisory Group’ bezig met een definitieve versie van de richtlijnen in de vorm van het zogeheten ‘DSUT Handbook’. In deze nieuwe versie zal ook feedback van de CBS-onderzoekers verwerkt zijn.

Adequaat meten van de economie

Om nieuwe economische fenomenen adequaat te kunnen beschrijven en betrouwbare statistieken te kunnen maken die alle economische activiteiten in beeld brengen heeft het CBS het programma Fenomeengericht Adequaat Meten van de Economie (FAME) opgezet. De nieuwe aanbod- en gebruikstabellen voor de digitale economie zijn binnen dat programma ontwikkeld. Dit is nu nog ‘experimentele statistiek’. De resultaten zullen dus eerst geanalyseerd moeten worden, voordat eventueel besloten wordt hoe ze standaard kunnen worden ingezet. Ondertussen doet de themagroep Digitalisering, Kennis en Economie van het CBS onderzoek naar allerlei gerelateerde onderwerpen, zoals digitale vaardigheden op de arbeidsmarkt en de link tussen digitalisering en marktconcentratie.

Bron: CBS