Bij een verslechterende financiële situatie besluiten veel bedrijven om de betalingstermijn naar hun leveranciers toe te verlengen. Hierdoor verslechtert de debiteurenpositie van deze bedrijven, waardoor leveranciers in de financiële problemen kunnen komen door een liquiditeitstekort. Deze situatie kan worden voorkomen wanneer de kopende onderneming besluit een Supply Chain Finance (SCF)-programma te introduceren bij zijn leveranciers. Dat Supply Chain Finance een belangrijk topic is, bleek ook tijdens het afgelopen CPO Summit in Boston waar veel aandacht werd besteed aan dit onderwerp.
Hoe werkt een SCF-programma? De kopende onderneming verlengt de betalingstermijn naar zijn leverancier. Dit heeft een positief effect op de liquiditeit eerstgenoemde. Tegelijkertijd biedt de kopende onderneming zijn leveranciers de mogelijkheid om hun facturen te verkopen aan een bank, waarmee het een zogenoemde SCF-faciliteit is overeengekomen. De rentevergoeding is gebaseerd op de credit rating van de kopende onderneming en is dus veel lager dan de tarieven die de leveranciers zelf zouden kunnen bedingen op voorwaarde dat de kopende onderneming het stempel investment grade draagt (wat aangeeft dat deze organisatie heel kredietwaardig is).
Op de hierboven beschreven manier hoeven de leveranciers niet te wachten op hun geld tot de betalingstermijn verstreken is, maar kunnen ze de geldstroom zelf sturen en over het geld beschikken wanneer het hun uitkomt. In plaats van een stijging van de debiteurenpositie, kunnen leveranciers op deze manier juist een daling bewerkstelligen. Deze constructie zorgt voor veel lagere kosten dan de oude individuele methode van factoring waarbij leveranciers hun debiteurenpositie onderbrengen bij een financiële instelling en op deze manier sneller over liquide middelen kunnen beschikken. Hier zijn de rentekosten vaak hoog en de voorwaarden veel minder aantrekkelijk dan bij SCF-constructies.
Het concept klinkt eigenlijk te mooi om waar te zijn: een financiële constructie met drie winnaars, te weten de koper, de verkoper en de bank. Dit is dan volgens mij ook de belangrijkste reden waarom er nog steeds veel argwaan is ten opzichte van dit concept. Daarnaast zijn veel bedrijven nog heel onbekend met dit concept, waardoor het concept in Nederland nog maar zeer beperkt van de grond komt.
Heeft het concept ook nadelen? Natuurlijk! SCF heeft alleen nut wanneer er lange (>60 dagen) betalingstermijnen zijn, omdat de inspanningen zich anders niet terugverdienen. Vaak verlengt de klant eerst de betalingstermijn en komt vervolgens met een SCF-constructie om de pijn voor de leveranciers te verlichten. In de praktijk wordt de leverancier er dan nog steeds niet beter van.
In de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk, begint het SCF-concept aan bekendheid te winnen. Nederland gaat dan ook snel volgen. Grote banken als HSBC, Deutsche Bank, Banco Santander en Citi zijn hier al op ingesprongen. Bedrijven als Sainsbury 's, Tesco, Wal-Mart, M&S en Unilever werken inmiddels al volgens het SCF-concept. De Bank of England stimuleert het concept zelfs van hogerhand. In Nederland is ABN-AMRO bezig om het concept onder de aandacht te brengen.
2011 kan het jaar worden waarin SCF werkelijk doorbreekt. Ketensamenwerking zal verder toenemen en SCF kan hier een belangrijke rol in spelen. Heeft u al gekeken of SCF uw supply chain competitiever kan maken?
Dit column is eerder verschenen in Supply Chain Magazine en is geschreven door Michael Nieuwboer, werkzaam als supply chain professional.
Bron: www.supplychainmagazine.nl