Nederland heeft de op een na hoogste brede welvaart in het ‘hier en nu’ van de Europese Unie. In Zweden is de brede welvaart het hoogst van alle 27 lidstaten van de EU. De brede welvaart is van alle EU-landen het laagst in Kroatië. Dit meldt het CBS, dat in het kader van de verkiezingen voor het Europarlement extra aandacht besteedt aan Europese vergelijkingen.
Bij de vergelijking gaat het om de brede welvaart in het ‘hier en nu’, dat wil zeggen, niet om de consequenties ervan voor andere generaties of andere landen. Om te bepalen hoe het met de brede welvaart in het hier en nu is gesteld, zijn cijfers per lidstaat vergeleken voor 23 indicatoren bij negen verschillende thema’s. Nederland scoort op 14 van de indicatoren gunstig, vooral op vertrouwen in andere mensen. Op 2 indicatoren scoort Nederland ongunstig, namelijk op de woonquote en de gezonde levensverwachting van vrouwen. Onze woonquote is relatief hoog, de gezonde levensverwachting van vrouwen relatief laag.
Brede welvaart Kroatië het laagst
De brede welvaart is van alle EU-landen het laagst in Kroatië. Het land staat op 17 terreinen onderaan de EU-ranglijst. Naast Kroatië is de brede welvaart ook in Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Polen, Griekenland en Slowakije beduidend lager dan in de rest van de EU. Op Griekenland na waren al deze landen minstens tot 1989 communistisch.
De voormalig communistische landen, die in 2004 of later lid werden van de EU, hebben vrijwel allemaal een relatief lage brede welvaart. Een uitzondering is Estland, waar de brede welvaart zelfs hoger is dan die in rijkere landen als Frankrijk en België. Ook in de zuidelijke lidstaten die niet communistisch waren, zoals Portugal, Spanje en Italië, is de brede welvaart lager dan gemiddeld, terwijl deze landen al tientallen jaren lid zijn van de EU en haar voorlopers.
Nederland bovenaan qua arbeid en vrije tijd
Nederland scoort het beste van alle EU-landen op het thema arbeid en vrije tijd. Bij alle vijf de indicatoren staat Nederland bovenaan in de ranglijst. Zo is de nettoarbeidsparticipatie het hoogst en de langdurige werkloosheid bijna het laagst.
Ook Zweden, Ierland en Denemarken steken op dit thema boven de rest uit. Kroatië scoort het laagst, gevolgd door Griekenland en Italië. Italië heeft met 16,8 procent het op een na laagste van de EU hbo’ers en universitair geschoolden. In Nederland is dit 36,6 procent. In Griekenland is de langdurige werkloosheid met 7,7 procent het hoogste van de EU, in Nederland is dit 0,7 procent.
Zweden, Finnen en Nederlanders hebben meeste vertrouwen in anderen
Ook op het thema samenleving scoort Nederland hoog. Net als Zweden staat Nederland bij alle vier de indicatoren bovenin de EU-ranglijst. Zowel in inspraak en verantwoordingsplicht, vertrouwen in andere mensen en vertrouwen in instituties staat Finland op de hoogste plaats. Het vertrouwen in andere mensen is in Polen met 17,6 procent het laagst van de EU.
In Nederland hebben mensen het meeste contact met familie, vrienden of buren; 74,6 procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder heeft minstens een keer per week contact met hen. In Hongarije, dat op dit punt onderaan staat, is dat 19,8 procent. Polen scoort op alle onderdelen laag.
Materiële welvaart vertaalt zich niet per se in een hogere brede welvaart. Dat neemt niet weg dat veel aspecten van de brede welvaart redelijk in de pas lopen met de materiële welvaart van een land. Uitzonderingen hierop zijn bijvoorbeeld de gezonde levensverwachting en de woonquote. Zo is het mediaan beschikbaar inkomen van Nederland het op twee na hoogste van de EU, maar staat de gezonde levensverwachting van vrouwen op plaats 20. Daarnaast heeft Nederland een van de hoogste woonquotes in de EU, wat als ongunstig wordt gezien voor de brede welvaart.
bron: CBS