Stijgende grondstofprijzen en hogere rente kunnen roet in het eten gooien
De bouwsector is in 2016 definitief de crisis te boven gekomen. In het derde kwartaal was het de snelstgroeiende bedrijfstak in Nederland. De omzet en de bruto toegevoegde waarde lieten voor het achtste opeenvolgende kwartaal een toename zien. Ook voor 2017 zijn de vooruitzichten positief. Toch blijven er aanzienlijke risico’s bestaan en gaat het herstel niet op voor alle bedrijven in de branche.
Het afgelopen jaar zijn de faillissementen in de bouw gedaald, met 33 procent. Ook was er minder vaak sprake van wanbetaling en hoefden er minder claims te worden uitbetaald. Atradius Nederland zag het aantal claims in de bouw en aanverwante sectoren met 26 procent afnemen.
Het herstel is voor veel bedrijven echter fragiel. Zo blijft vooral de infrasector nog achter. In de crisisjaren heeft de overheid versneld infrastructurele projecten laten uitvoeren om de sector te ondersteunen, maar op dit moment is er veel minder budget beschikbaar voor de ontwikkeling van nieuwe projecten, zeker op lokaal en regionaal niveau. Maar ook in de woningbouw blijven ondanks de groei risico’s bestaan. Ondernemingen hebben tijdens de crisis flink ingeteerd op hun reserves en daardoor weinig speelruimte om onverwachte gebeurtenissen op te vangen. Daardoor lopen zij het risico alsnog om te vallen.
“Veel bedrijven hebben in de crisis projecten aangenomen tegen (te) lage marges”, licht Edwin Kuhlman, hoofd acceptatie bij Atradius Nederland toe. “Dat betekent dat deze projecten bij verkeerde calculaties, stijgende grondstofprijzen, hogere rente of tegenslag bij de uitvoering direct verlieslatend zijn. En dat heeft mogelijk impact op de algehele financiële positie van ondernemingen.”
Bron: Atradius