BKR verzoekt om snel werk te maken van duidelijke afspraken over de registratie van schuldhulp. Aanleiding is een brief van de wethouders van de vier grote steden hierover, waarin zij aandringen op een termijn van zes maanden na afloop van de schuldhulp of schuldhulpverlening.
BKR hanteert, net als bij alle door BKR geregistreerde kredieten, nu nog een termijn van vijf jaar, omdat mensen met betaalproblemen vaker opnieuw in problemen kunnen komen als kredietverstrekkers niet kunnen beschikken over de feitelijke betaalhistorie. BKR signaleert dat er toenemende maatschappelijke druk is om in het belang van de burger soms minder informatie te registreren. BKR vraagt daarom om, mede op basis van onderzoek en ervaringscijfers op het gebied van recidive, een afgewogen besluit te nemen. In gevallen waarbij de gemeente vaststelt dat de betreffende registratie niet meer proportioneel is, kunnen zij nu al zelf registraties in het Centraal Krediet Informatiesysteem (eerder) aanpassen.
Op 21 december 2022 heeft Stichting BKR een brief ontvangen van de wethouders van de vier grote gemeenten (G4), waarin wordt aangekondigd dat zij “per 1 januari 2023 overgaan tot het zelfstandig verwijderen van registraties van minnelijke schuldregelingen in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI).[…} met ingang van die maand voor alle inwoners die hun minnelijke schuldregeling succesvol hebben afgerond. Als (zonder overleg) sprake is van een betalingsachterstand op de aflossing van een saneringskrediet zullen we hier niet toe overgaan.“
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en de Wet financieel toezicht (Wft) verplicht gemeenten om aan Stichting BKR door te geven als schuldhulp wordt gegeven en als minnelijke schuldregelingen worden getroffen. Deze gegevens worden door gemeenten geregistreerd in het CKI. Na afloop van schuldhulp of een schuldregeling blijft de registratie, net zoals alle door BKR geregistreerde kredieten, nog vijf jaar zichtbaar.
Handmatige aanpassing al mogelijk
Voor iedere registratie geldt uiteraard dat een proportionaliteitsafweging gemaakt dient te worden over het registreren, bewaren of verwijderen. Gemeenten kunnen nu al zelf de afweging maken om (individuele) burgers die schuldhulp nodig hebben gehad en een verkorting van de registratietermijn verdienen, eerder af te melden in het CKI. BKR biedt hiertoe uiteraard de mogelijkheid.
Behoefte aan duidelijke afspraken
BKR heeft geconstateerd dat er tussen het Ministerie en gemeenten verschillende opvattingen bestaan over hoe lang schuldhulp na afronding bij BKR geregistreerd zou moeten staan. Gemeenten pleiten voor zes maanden. Het ministerie van SWZ heeft in de beantwoording van diverse Kamervragen aangegeven vooralsnog een termijn van 5 jaar passend te vinden.
BKR ziet een toenemende maatschappelijke druk om ‘in het belang van de burger’ informatie over schuldhulp minder lang te registreren. Een lange bewaartermijn zou mensen die weer schuldenvrij zijn verhinderen om hun leven weer op te pakken en een vrije deelname aan het financiële verkeer hinderen. De vraag wat een redelijke bewaartermijn is, moet volgens BKR echter zorgvuldig worden beantwoord. Informatie over betalingsachterstanden en schuldhulpregelingen maakt het voor kredietverstrekkers en gemeenten mogelijk om invulling te geven aan hun zorgplicht en om hulp te bieden indien nodig. Bovendien zorgt deze informatie ervoor dat risico’s op betaalproblemen worden verkleind, waardoor kredieten betaalbaar en toegankelijk blijven. De juiste balans tussen maatschappelijk doel en bewaartermijn moet worden gevonden, en deze moet worden vastgelegd in duidelijke landelijke afspraken tussen alle betrokkenen. BKR is het hierover helemaal eens met de G4.
Beleidsmakers aan zet voor consensus
BKR is van mening dat het vraagstuk over de bewaartermijn van registraties van minnelijke schuldhulp in eerste instantie een vraagstuk is van politiek maatschappelijke aard. Immers informatie over het kredietverleden en betalingsgedrag is bewezen voorspellend voor betalingsgedrag in de toekomst. BKR beseft ook goed dat registraties van kredieten en schuldhulp twee verschillende dingen zijn en daarom een eigen benadering verdienen. Het is daarom aan de minister om samen met de betrokken partijen een consensus te bereiken op basis waarvan duidelijke afspraken tussen betrokken partijen over de registratie van schuldhulp kunnen worden geformuleerd.
BKR heeft als doel om met feitelijke gegevens bij te dragen aan het financieel welzijn van de Nederlandse burger en het stimuleren van participatie in de samenleving. BKR werkt aan het betaalbaar houden van kredieten, het faciliteren van schuldhulp, zodat mensen na schuldhulp zo snel mogelijk weer kunnen deelnemen aan het sociale verkeer. De geregistreerde data dienen niets anders dan het maatschappelijk belang. BKR neemt daarom graag het voortouw in het verbinden van alle betrokken partijen en het samen bepalen van afspraken over de registratie van schuldhulp.
Bron: BKR