Het aantal bijstandsaanvragen door zelfstandige ondernemers, is na een onverwachte stijging in het vorige kwartaal, weer gedaald naar basisniveau.
De index is gebaseerd op het aantal ondernemers dat een beroep doet op bijstandverlening voor zelfstandigen (Bbz) in de vorm van krediet en/of uitkering bij circa 300 gemeenten in Nederland. Het IMK beoordeelt voor die gemeenten of ondernemingen die een beroep doen op bijstand, in de kern wel levensvatbare bedrijven zijn. In de helft van die gevallen blijkt dit zo te zijn. In de overige gevallen wordt de gemeente geadviseerd geen bijstand te verlenen. De IMK-Index daalde in het tweede kwartaal naar 61, dat wordt gezien als het basisniveau voor het aantal bijstandsaanvragen door ondernemers.
“Ook in goede tijden zijn er veel ondernemers met geldnood”, zegt Han Dieperink, directeur van IMK, “De aantallen zijn minder dan in de crisis, maar ook dit jaar zullen er zo’n 50.000 ondernemers mee ophouden. En zeker niet omdat het allemaal slechte ondernemers zijn, maar bijvoorbeeld door een conflict in de privésfeer of door een zieke medewerker.”
Het IMK nam het initiatief voor een nationale hulplijn voor ondernemers, 155-Help-een-Bedrijf. Op 155.nl is een zelftest opgenomen, waarmee ondernemers kunnen vaststellen of zij tot de doelgroep van een ondernemersregeling van de overheid behoren. In het afgelopen jaar deden 4.500 ondernemers die test en daarvan bleek 62% te voldoen aan de criteria voor die regelingen.
IMK introduceerde in 2011 de IMK-Index. Deze is maatgevend voor het aantal ondernemers dat in zwaar weer verkeert. In de praktijk blijkt de IMK-Index een goede voorspeller te zijn voor de faillissementsrapportages van een half jaar later.
De Bbz-regeling (Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004) is als vangnet in het leven geroepen voor ondernemers die tijdelijk niet beschikken over voldoende middelen om in hun bestaan te voorzien en/of behoefte hebben aan bedrijfskapitaal, maar hiervoor geen financiering kunnen krijgen. De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten en draagt direct bij aan continuïteit van veel in-de-kern-gezonde ondernemingen en daarmee aan de vermindering van maatschappelijke schadelast.