Gerechtsdeurwaarders hebben in 2016 maar liefst 18 procent minder woningen ontruimd dan in 2015. Dat blijkt uit cijfers van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). De daling komt vooral door de gezamenlijke inspanningen van verhuurders en gerechtsdeurwaarders. Het aantal beslagen is gedaald met 7 procent.
Ontruimen is de meest ingrijpende opdracht van een verhuurder aan een gerechtsdeurwaarder. Er is dan een ontruimingsvonnis van de rechter. De bewoners moeten het huis verlaten en hun spullen worden uit de woning gehaald. Wilbert van de Donk, voorzitter van de KBvG: “Voordat het zover komt, hebben de verhuurder en de gerechtsdeurwaarder samen al veel energie gestoken in het voorkomen van de ontruiming. Alleen brieven sturen is achterhaald. We bellen, gaan op huisbezoek en zetten social media in om contact te leggen met de huurder. Dat contact zelf gaat ook professioneler, gesprektechnieken zijn verbeterd én we hebben meer oog voor de problemen van de schuldenaar. Daarom lukt het steeds vaker om ontruimingen te voorkomen.”
8.000 ontruimingen
In 2015 werden bijna 10.000 huizen ontruimd, in 2016 waren dat er ruim 8.000. Naast de gezamenlijke inspanningen om ontruimingen te voorkomen is de daling ook te verklaren door de aantrekkende economie. Van de Donk: “We denken dat deze trend zich de komende jaren voortzet. We stimuleren dat vanuit de branche met diverse innovaties, zoals het Digitale Beslagregister en een vereenvoudiging van de beslagvrije voet.”
7 procent minder beslagen
Het aantal beslagen nam in 2016 ook af, met 7% (van ruim 630.000 naar ruim 590.000). Alle handelingen van de gerechtsdeurwaarder namen af in 2016: het aantal uitgebrachte exploten (proces-verbaal van de deurwaarder) daalde met 9% en het aantal uitgebrachte dagvaardingen met 13%.
Bron: KBvG