In de eerste maanden van 2021 zei 47 procent van de jongeren tussen 12 en 25 jaar dat de coronacrisis hun leven in het algemeen negatief heeft beïnvloed. Daarnaast ervoer 43 procent zowel een negatieve als positieve invloed. Een meerderheid heeft het buitenshuis leuke dingen doen en het thuis afspreken met vrienden of familie heel erg gemist. Ook geven jongeren aan door de coronacrisis vaker stress te hebben gehad over hun opleiding of werk. Dat meldt het CBS op basis van het onderzoek Belevingen 2021.
Het onderzoek Belevingen is uitgevoerd van begin februari tot midden april 2021, tijdens de derde golf van de coronacrisis. Toen golden maatregelen zoals een beperking van het thuisbezoek en de avondklok, en waren scholen, sportverenigingen en horeca (deels) gesloten. Tegelijkertijd werden eerste voorzichtige versoepelingen doorgevoerd zoals het gedeeltelijk openstellen van middelbare scholen en mbo, het verruimen van buitensporten voor jongeren en het verruimen van het aantal bezoekers thuis.
Voor 43 procent zowel positieve als negatieve invloed
47 procent van de jongeren gaf aan dat de coronacrisis hun leven in het algemeen heel negatief of negatief beïnvloed heeft. Voor een iets kleiner deel (43 procent) had de crisis zowel een negatieve als positieve invloed gehad. Van de jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) zei met 53 procent een duidelijk groter deel dan van de tieners (38 procent) dat de coronacrisis hun leven (heel) negatief beïnvloed heeft. Jonge mannen gaven iets vaker aan dan jonge vrouwen dat de coronacrisis enkel een negatieve invloed op hun leven heeft gehad. Bij de tieners was er geen verschil tussen jongens en meisjes.
Vooral leuke dingen doen en afspreken met vrienden of familie gemist
Leuke dingen buitenshuis doen (bioscoop, uit eten, uitgaan), of thuis met vrienden of familie afspreken werden het meest gemist, door respectievelijk 67 en 60 procent van de jongeren. Bijna de helft (47 procent) heeft het heel erg gemist om naar grote evenementen te gaan, zoals festivals, sportevenementen en concerten.
Van de jongeren die onderwijs volgen heeft 28 procent het heel erg gemist om naar school of de universiteit te gaan. Vooral in het hoger onderwijs was het gemis groot. Van de wo-studenten zei ruim de helft de universiteit heel erg te hebben gemist toen zij daar niet naartoe konden. Van de hbo-studenten heeft 40 procent het naar school gaan heel erg gemist.
Jongvolwassenen misten meer dan tieners
De meeste onderzochte activiteiten werden vaker door jongvolwassenen dan door tieners heel erg gemist door de coronacrisis. Het grootst is het verschil bij het naar grote evenementen gaan (55 procent van de jongvolwassenen tegen 35 procent van de tieners).
Vaker stress over school of studie door coronacrisis
De coronacrisis heeft ook geleid tot meer stress. Zo zei 48 procent van alle onderwijsvolgende jongeren door de coronacrisis vaker stress te hebben gehad over hun opleiding dan ervoor, 17 procent had juist minder vaak stress. In het voortgezet onderwijs was het percentage dat door de coronacrisis vaker stress over school heeft gehad het hoogst onder de havisten. In het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs zeiden mbo’ers en hbo’ers het meest dat ze door de crisis vaker studiestress hebben.
Kwart ervaart door de coronacrisis meer werkstress
Voor bijna een kwart van de werkende jongeren tussen de 15 en 25 jaar heeft de coronacrisis naar eigen zeggen geleid tot meer werkstress. Ruim 10 procent had hier juist minder vaak stress van. Het percentage dat zei dat de werkstress is toegenomen door de coronacrisis is bijna twee keer zo groot bij werkende jongeren als bij jongeren met een bijbaan (32 tegen 17 procent).
Bron: CBS