De Nederlandse verdiensten aan de export van goederen en diensten naar het Verenigd Koninkrijk kwamen in het coronajaar 2020 uit op 25,6 miljard euro. Dat is 3,2 procent van het Nederlandse bbp. In 2019 was het nog 3,5 procent (28,0 miljard euro). Dat meldt het CBS op basis van aanvullend statistisch onderzoek, bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De afname van de exportverdiensten aan het Verenigd Koninkrijk komt neer op een daling van 9 procent in 2020. In de eerste plaats heeft dat te maken met minder verdiensten uit dienstenexport (-11 procent). Zo liepen met name de toeristische bestedingen van Britten in Nederland fors terug door de coronacrisis. De verdiensten aan goederenexport van Nederlandse makelij (-3 procent) en aan de wederuitvoer van goederen (-9 procent) daalden echter ook.De totale verdiensten aan de export naar het Verenigd Koninkrijk lagen in 2020 2 procent hoger dan in 2015. Die lichte groei is minder dan die van de totale Nederlandse exportverdiensten naar alle bestemmingen (7 procent hoger dan 2015).
Na Duitsland is het Verenigd Koninkrijk voor Nederland al vele jaren de belangrijkste exportbestemming voor goederen en diensten samen. In 2020 verdiende Nederland 47,6 miljard euro aan de export naar Duitsland. Na het Verenigd Koninkrijk (25,6 miljard) staan België (22,9 miljard), Frankrijk (17,4 miljard) en de Verenigde Staten (15,5 miljard) in de top vijf bestemmingen. In totaal verdiende Nederland in 2020 253 miljard euro aan de export van goederen en diensten. Het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in dat totaal was in 2020 10,1 procent. In 2019 was dat 10,3 procent.
Groothandel en handelsbemiddeling verdient meest aan export
Nederlandse bedrijven profiteren direct (als exporteur) of indirect (als toeleverancier voor de export door andere bedrijven) van de export naar het Verenigd Koninkrijk. De bedrijfstak ‘groothandel en handelsbemiddeling’ verdient van alle bedrijfstakken het meest aan de export naar het Verenigd Koninkrijk: 3,6 miljard euro in 2020. Ruim 43 procent van deze exportverdiensten is te danken aan wederuitvoer van goederen naar het VK. Ruim een derde van de verdiensten komt voort uit de export van goederen van Nederlandse makelij en 23 procent betreft dienstenexport.
Voor maar liefst 6 op de 10 meest aan het VK verdienende bedrijfstakken is dienstenexport het belangrijkst. Dat zijn holdings/managementadviesbureaus, IT-dienstverlening, uitzendbureaus, vervoer over land, opslag/dienstverlening voor vervoer, en juridische diensten/administratie. Het hoge aandeel dienstenexport komt ook op macroniveau tot uiting. 55 procent van de exportverdiensten aan het Verenigd Koninkrijk komt uit dienstenexport. In de gehele Nederlandse export is dat met circa 40 procent beduidend lager.
Landbouw, de voedingsmiddelenindustrie en de chemische industrie zijn grotendeels afhankelijk van goederenexport van Nederlandse makelij naar het VK. De exportverdiensten uit wederuitvoer van goederen zijn alleen het grootst bij de groothandel en handelsbemiddeling.
De grootste afnames in exportverdiensten in 2020 betroffen de bedrijfstakken ‘reisbureaus en reisorganisaties’ (-333 miljoen euro) en ‘groothandel en handelsbemiddeling’ (-313 miljoen euro).
Export IT-dienstverlening sterk gericht op VK
Van de tien genoemde bedrijfstakken is de IT-dienstverlening het sterkst afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. In 2020 was 14,6 procent van de totale exportverdiensten gerelateerd aan export naar het VK. Ook de export van juridische diensten en administratie is sterk op het VK gericht (14,4 procent), net als holdings en managementadviesbureaus (13,1 procent).
Wanneer de exportverdiensten worden uitgedrukt als het percentage van de totale toegevoegde waarde van een bedrijfstak, dan zijn de volgende bedrijfstakken het meest afhankelijk van export naar het VK: IT-dienstverlening (8,5 procent), holdings en managementadviesbureaus (8,2 procent), en landbouw (7,6 procent).
Uitzendbureaus behalen een relatief groot deel van hun toegevoegde waarde op de binnenlandse markt en zijn daarom voor hun totale verdiensten minder afhankelijk van export naar het VK: 4,8 procent.
264 duizend voltijdbanen verbonden aan export naar het Verenigd Koninkrijk
Er zijn tot en met 2019 gegevens beschikbaar over de werkgelegenheid verbonden aan de export naar het Verenigd Koninkrijk. In 2019 ging het om 264 duizend voltijdbanen, waarbij 183 duizend vte mannen en 81 duizend vte vrouwen. Dat is 11 procent meer dan in 2015 (toen 238 duizend vte). Het aantal voltijdbanen met vrouwen is daarbij harder gestegen dan bij de mannen, 16 om 9 procent groei.
Bron: CBS