Het zijn lastige tijden om voorspellingen te doen.
Daar waar we enkele jaren zeer goede voorspellingen konden doen over de stand van de economie, dit aan de hand van het aantal faillissementsaanvragen, blijkt het nu een stuk lastiger.
Dat de economie er slecht voor staat is een feit. We hoeven alleen maar te kijken naar de statistieken. Dit jaar zijn er al 25% meer faillissementen uitgesproken dan vorig jaar op hetzelfde tijdstip. In de bouw en in de detailhandel zelfs al 45%.
In onze praktijk zagen we in de maanden augustus en september een teruglopend aantal faillissementsaanvragen. Maar oktober en november lieten weer een stijging zien. Het driemaandsvoortschrijdend gemiddelde over de uitgesproken faillissementen is volgens het CBS licht dalend. De verwachting is dus dat zij over enkele maanden met het bericht komen dat dit nu weer aan het stijgen is.
Aan de huidige cijfers durf ik echter niet te veel conclusie te verbinden. Een faillissement wordt immers uitgesproken oftewel op verzoek van de schuldeiser oftewel op verzoek van de schuldenaar zelf. Inmiddels is deze laatste categorie al goed voor 50% van de uitspraken en dat percentage loopt steeds verder op.
Daar waar een paar jaar geleden een bedrijf in problemen als allerlaatste optie in overweging wilde nemen om zijn eigen faillissement aan te vragen, wordt daar klaarblijkelijk in deze tijd veel makkelijker overheen gestapt. Waarschijnlijk mede vanwege het feit dat er in een substantieel aantal gevallen sprake is van een ruim van te voren voorgekookte doorstart van de onderneming. Met name bij de wat grotere bouwgerelateerde bedrijven zien we dit verschijnsel.
Wat in onze praktijk wel als een paal boven water staat is dat er goed betaald wordt op de incassozaken, dus laten we het er maar op houden dat veel van onze debiteuren op tijd eieren voor hun geld kiezen en het niet op een faillissementsaanvrage durven te laten aankomen.